Wetenschappelijk vervolgonderzoek

 

over schadende 'jeugdzorg'

door J.J. Doyle jr.

 

Nationaal Coalition for Child Protection Reform / 53 Skyhill Road (Suite 202) / Alexandria, Va. 22314 (703) 212-2006 /  nccpr@nccpr.org / www.nccpr.org
Het bewijs over tegenstellend resultaat van

Pleegzorg vs. Gezinnen samenhouden  

Het definitieve Onderzoek

 https://nccpr.info/the-evidence-is-in-foster-care-vs-keeping-families-together-the-definitive-studies/

 

{{Onderaan wordt geschreven over een derde t/m een zesde onderzoek op wetenschappelijke leest!}}

Inleiding   (vrij naar digitale vertaling met DeepL.de)
NCCPR heeft lang betoogd dat veel kinderen die nu ‘gevangen’ in de pleegzorg zitten (het uithuisgeplaatst-zijn) veel beter af zouden zijn als ze waren gebleven in hun eigen gezinnen, èn die families de juiste soorten van hulp hadden gekregen. (Doyle, 2007; Gresser, 2016; http://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wat-wetenschap-uhp-missen-van-ouders/ resp. http://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wertenschap-kind-oudercontact-schaden-is-schadelijk/ ).
Nu blijkt dat het niet helemaal juist is. (Het is erger!)

In feite zouden veel kinderen nu 'gevangen in de pleegzorg' véél beter af zijn als ze gebleven waren in hun eigen gezinnen, zèlfs als die gezinnen alleen de typische hulp (van het niveau van de reguliere ‘jeugdzorg’ die de neiging heeft te weinig hulp, verkeerde hulp, of zelfs geen hulp te verstrekken, dus enkel het wegplaatsen zonder de ‘bedreiging’ naar BW1:255 lid 1 te verhelpen) kregen aangeboden door de jeugdbescherming c.q.  G.I.’s (Gecertificeerde Instellingen ofwel Gezinsvoogdij-Instellingen).
Dat is de boodschap van het grootste wetenschappelijk onderzoek ooit is verricht om de impact op de kinderen te vergelijken:  pleegzorg (het uithuisgeplaatst-zijn)  versus het ‘behandelen’ van mishandelde kinderen in hun eigen familie/gezin met passende hulp.

 

Het eerste onderzoek was geënt op een artikel in USA Today, 2007 (Doyle).

 

Het volledige wetenschappelijke onderzoek uit 2007 is op http://www.mit.edu/~jjdoyle/doyle_fosterlt_march07_aer.pdf  beschikbaar.
Het eerste onderzoek onderzocht de resultaten voor meer dan 15.000 kinderen. Het vergeleek pleegkinderen die niet t.o.v. de algemene bevolking, maar t.o.v.  vergelijkbaar-'mishandelde' kinderen die thuis werden behandeld.

 

Het resultaat toen: Het bleek na het meten dat kinderen thuis beter af waren.
In feite komt het niet eens in de buurt!:
Kinderen die thuis mochten blijven, hebben als tieners véél minder kans om zwanger te worden, veel minder waarschijnlijk eindigen in het jeugdstrafrecht, en veel meer kans om een baan te houden gedurende ten minste drie maanden dan vergelijkbaar 'mishandelde' kinderen die in een pleeggezin, uithuis, werden geplaatst.


Eén jaar later publiceerde dezelfde onderzoeker een andere studie: http://www.mit.edu/~jjdoyle/doyle_jpe_aug08.pdf .
Dit keer omvatte het onderzoek 23.000 gevallen.  Opnieuw vergeleek hij uithuisgeplaatsten, pleegkinderen, t.o.v. vergelijkbaar-'mishandelde' kinderen thuis bij eigen ouders. Deze keer heeft hij gekeken welke kinderen meer kans hadden te worden gearresteerd als volwassenen {dus crimineel opgroeiden, thuis resp. in pleegsettingen}.


Nogmaals, de kinderen thuis deden het beter dan de pleegkinderen.


Implicaties
● De onderzoeken gebruiken de term "pleegzorg" generiek; ze betrokken ook de kinderen die onder andere geplaatst waren in enige vorm van vervangende zorg (bijv.: gezinshuizen, gesloten settingen, medische dag- en nacht centra, etc.}.

Dat is belangrijk, want wanneer informatie als dit naar buiten komt, proberen mensen, die ‘koop-kinderen’ wensen uit 'weeshuizen', om ‘het mishandeld-zijn’ te gebruiken om hun (pseudo)adopties te rechtvaardigen.   {Er is dan sprake van 'false adoption'; de pleegzorgers worden goed en belastingvrij betaald}.

 

Maar deze wetenschappelijke onderzoeken werden niet beperkt tot de familiaire pleeggezinnen (er zijn ook gezinshuizen, residentiële tehuizen en andere pleegsettingen). En het kost drie vòlle A4-pagina’s, alleen maar om een lijst van alle andere wetenschappelijke rapporten over de schade van weeshuizen (kindertehuizen) op te sommen. (Deze pagina's zijn beschikbaar NCCPR.)


Dat wil niet zeggen dat geen enkel kind ooit in een pleeggezin zou mogen worden geplaatst. Maar het betekent: véél minder kinderen moeten in pleeggezinnen geplaatst worden. {zelfs tot 25% van nu}.
De wetenschappelijke onderzoeken sloten van de meest ernstige gevallen van mishandeling uit, een zeer klein deel van de caseload van gezinsvoogden. Dat is juist vanwege horrorverhalen die de voorpagina’s behalen; deze gevallen waar iedereen uiteindelijk na onderzoek zou concluderen dat uithuisplaatsen het enige alternatief zou zijn.


Integendeel, de onderzoeken gericht op veruit de grootste groep der gevallen die een (gezins)voogd ziet, die het best kan worden benoemd als  “tussen-wal-en-schip-gevallen”, waar de ouder niet het slachtoffer noch al schurk is; dus gevallen waarin er wel echte problemen thuis zijn maar grote onenigheid over wat er moet gebeuren (zoals rigide houding van G.I., of geen overleg naar een passend alternatief, geen open diagnostisch onderzoek vooraf, bedreigend doordrukken op halve feiten, zonder ‘informed consent). 

 

Zoals het eerste onderzoek zelf opmerkt: “Dit zijn de gevallen die waarschijnlijk het meest worden beïnvloed door beleidsmatige veranderingen die de eisen voor de plaatsing veranderen.”   Er zijn natuurlijk ook gevallen die het meest waarschijnlijk worden beïnvloed door een uithuisplaatsterreur of -hype (http://www.nccpr.org/reports/02PANICS.pdf) – een grote, plotselinge toename van de onnodige uithuisplaatsingen na de dood van een kind (zoals Savanna’s) die aan het jeugdzorgsysteem worden verweten – dat ook de gezonde weerstand tegen uithuisplaatsing verandert.
Zelfs onder deze gevallen, de cijfers zijn gemiddelden.

 

Zeker, er zijn enkele individuele gevallen onder de duizenden bestudeerde waarin pleegzorg het minder schadelijk alternatief was. Maar de gegevens maken duidelijk dat het uithuisplaatsen, naar pleegzorg, enorm veel gebruikt wordt tot schade aan grote aantallen kinderen die beter af waren in het leven wanneer ze thuis bleven, zèlfs met de minimale hulp die gezinsvoogden bieden aan gezinnen.  (En op diagnostiek gebaseerde hulp kan daar bovenop komen!)

 

Dit zegt minder over hoe goed gezinsvoogdij-instellingen de bescherming verrichten – in het hèlpen van gezinnen – dan over hoe enorm ‘giftig’ een uithuisplaats-interventie ìn het kind werkt. Alles wat toxisch werkt in een kind moet zeer spaarzaam, zeer bescheiden, en in zeer kleine hoeveelheden worden gebruikt.


● De Kinderbescherming/Jeugdbescherming heeft een oneerlijk antwoord op dit alles:
“Wel ja, natuurlijk”, zullen ze zeggen. “Dit onderzoek laat zien wat we altijd hebben gezegd in onszelf: pleegzorg mag alleen worden gebruikt als een laatste redmiddel; Uiteraard houden we gezinnen bij elkaar waar mogelijk.” - Maar dit onderzoek toont aan dat de kinderbescherming (c.q. gezinsvoogdij) hun woorden verloochenen. Bij deze onderzoeken vond men reeds duizenden kinderen al in de pleegzorg, uithuisgeplaatst, waar de jeugdbescherming er beter aan gedaan had hen niet uithuis te plaatsen (maar passende hulp thuis te verzorgen)

 

● In het verslag uit USA Today citeert men terecht een gerespecteerd expert die zei dat het onderzoek van 2007 de eerste was die dergelijke resultaten te produceren. Maar dat is een vergissing. Eigenlijk tenminste de tweede sinds 2006.
Een onderzoek van de Universiteit van Minnesota (http://www.kidscounsel.org/Study%20Impact%20of%20Foster%20Care%20on%20Child%20Dev.pdf) maakte gebruik van een andere  methodologie en maten verschillende uitkomsten, maar kwam tot vergelijkbare conclusies.
En nu, natuurlijk, is er deze derde, het grootste onderzoek van alle.


● Hoewel het artikel in de USA Today zegt dat andere "onderzoekèn" andere uitkomsten gaven, haalde er slechts één aan, met minder dan 1/100ste van de steekproefgrootte van de nieuwe onderzoeken, en met een kortere duur en ten minste één andere ernstige tekortkoming (met weglating van pleegkinderen in de zorg minder dan zes maanden), en dat is de enige die we kennen. En dat onderzoek richtte zich op hereniging, niet op kinderen die nimmer in de eerste instantie uithuisgeplaatst werden.

 

En natuurlijk vergeleek ook dit onderzoek pleegzorg met alleen typisch "jeugdhulp" voor gezinnen thuis, dat in het algemeen weinig of niets inhoudt. Het verstrekken van de soorten van de echte hulp dat de NCCPR aanbeveelt (zie de publicatie Doing Child Welfare Right; http://www.nccpr.org/reports/twelveways) zal waarschijnlijk het resultaat veranderen en, in het geval van de drie meest recente en strikte onderzoeken, zorgen voor een nog grotere kloof in de resultaten ten gunste van het kind bij het gezin houden.


●  Misschien wel het meest intrigerende is dat deze onderzoeken suggereren dat het zelfs mogelijk kan zijn om de schade van een ‘pleegzorg-paniek’ onder de jeugdzorgwerkers  (http://www.nccpr.org/reports/02PANICS.pdf)  te kwantificeren.
Dankzij deze wetenschappelijke onderzoeken hebben we nu een schatting van hoeveel erger pleegkinderen ’t doen op de belangrijkste uitkomsten ten opzichte van vergelijkbare mishandeld kinderen die thuis mochten blijven, al dan niet met passende hulp. Het is meestal ook mogelijk om te berekenen hoeveel meer kinderen tijdens een ‘pleegzorg-bangmakerij’ (uithuisplaats-hype) worden weggeplaatst. Zodat het mogelijk moet zijn om in te schatten hoeveel meer kinderen in aanraking zullen komen met justitie, hoeveel te meer jong zal zwanger worden en hoeveel meer zal opgroeien tot werkloze als gevolg van een ‘pleegzorg-terreur’.

 

Deze nieuwe wetenschappelijke onderzoeken en de Minnesota-studie zijn een aanvulling op het uitgebreide onderzoek over de uithuisplaatst-tendens, waaruit blijkt dat slechts bij één op de vijf {dat is erger dan http://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/909-zorgen-gemeten/ dat in Nederland werd gevonden: één op de vier} kan worden gezegd dat het uithuisplaatsen goed was voor de opgroeiende – met andere woorden, het uithuisplaatsen veroorzaakt vier keer schade van de vijf. (Zie publicatie van NCCPR:  80 procent debâcles; voor meer informatie bij dit onderzoek: http://www.nccpr.org/reports/cfpanalysis.pdf). En het massa aan bewijsmateriaal laat zien dat alleen in termen van fysieke veiligheid de hulptrajecten tot echt gezinsbehoud een veel betere reputatie hebben dan pleegzorg. (Zie NCCPR-Issuepaper # 1: http://www.nccpr.org/reports/01SAFETY.pdf ).

 

Modewoord  
Het huidige modewoord in de jeugdzorg is "evidence-based". Wat dat precies inhoudt is: 'Hoe durven voorstanders van nieuwe, innovatieve benadering t.o.v. het welzijn van kinderen financiering te verwachten als ze bij de rechter de werking van het uithuisplaatsen tegenover het passend alternatief thuis niet kunnen uitleggen en aantonen, waardoor het uithuisplaatsbeleid blijkt een schaduw van twijfel en speculatie?'  Oude jeugdzorgtrajecten zijn echter niet gehouden aan deze standaard van evidence-based. Als die er waren, zou het welzijn van kinderen op zijn kop worden gezet door de resultaten van dit nieuwe onderzoek.
Want nu, meer dan ooit, het 'evidence' is in.


      Update: 1 september 2015

 

Zo blijkt uit nog recenter onderzoek van arts Ursula Gresser, 2016, dat zij zelfs een woord tot deze jeugdzorgrechters spreekt.

 

Deze rechters beginnen enige tekenen te tonen beter te wegen naar wat het kind ervaart; al is dat nog maar ca. 5%. 

Het standaard toewijzen wat de Raad voor de Kinderbescherming vraagt aan beschermingsmachtigingen, met laagwaardig meningenonderzoek, veelal zonder enige valide vorm van diagnostiek naar beroepsethiek, staat nog op 95%, zodat de regering zelfs een proefballonnetje in 2016 heeft opgelaten om de rechter er maar tussenuit te halen tenzij de ouders willen procederen, wat dan weer als 'tegenwerken door ouders' wordt benoemd door de 'jeugdzorg'.... ondanks dat dit ouders wettelijke plicht is naar BW1:247, het kinderrecht IVRK 24 lid 1 overwegend.

 Zie hieronder latere studies:


 

“ The Evidence is in: ‘Foster Care vs. Keeping Families Together: The Definitive Studies’ ”

" Het bewijs is binnen: Pleegzorg vs. Families-Samen-Houden: The Definitive Studies' "

De NCCPR-Kinderwelzijnsblog  biedt nieuws en commentaar over kinderwelzijn, en media-aandacht voor kinderwelzijn, meestal minstens wekelijks bijgewerkt. …

 

      Alles wat u moet weten over kinderwelzijn in één video:

 

In deze briljante video van 11 minuten vertelt de directeur van het Departement van Sociale Diensten van Baltimore City u zowat alles wat u moet weten over kinderwelzijn en pleegzorg in Amerika: https://nccpr.org/ (video, met een ambtenaar-directeur die toegeeft dat de jeugdbescherming industrie is, productie draait, met wetenschappelijke onderbouwing wat we “institutionele kindermishandeling” noemen).

 

Het doel is het aantal kinderen te verminderen dat onnodig wordt weggerukt van iedereen die hen lief en vertrouwd is. Dus klik hier voor details over hoe we dat doel bereiken, inclusief onze "Top Vijf" prestaties voor kinderen.

 

Na de twee wetenschappelijke, zeer groots opgezette onderzoeken van Joseph Doyle volgt er meer:

 

De definitieve studies:

 

NCCPR (National Coalition for Child Protection Reform) heeft lang betoogd dat veel kinderen die nu in pleegzorg zitten veel beter af zouden zijn als  ze bij hun eigen families waren gebleven en die families de juiste hulp hadden gekregen.

 

Het blijkt [wetenschappelijk] dat dit niet helemaal juist is.  [En daarbij zijn andere wetenschappers zoals prof.dr.med. Ursula Gresser, Daniel R. Weinberger e.a. (scrol), Charles Nelson, Allison Eck, Sascha Kats e.a., Patricia H. Hawley, Richard A. Warshak, Joseph J. Doyle, en vele andere wetenschappers-deskundigen (met diagnostische bevoegdheid) nog weggelaten, maar die bevestigen dit als groot extraatje.  Erin C. Dunn vat dit totaal bondig aan het eind samen.].

 

In feite zouden veel kinderen die nu in pleegzorg zitten veel beter af zijn als ze bij hun eigen families zouden blijven, zelfs als die families alleen de typische [jeugdzorg]hulp zouden krijgen {die meestal weinig hulp, verkeerde hulp of geen hulp blijkt te zijn; ‘typisch mag vertaald worden naar ‘eigenaardig’}  die gewoonlijk door kinderwelzijnsorganisaties wordt aangeboden. {Kinderwelzijnsorganisaties heten in Nederland ‘jeugdzorg’, Veilig uiThuis, RvdK, G.I., de jeugdbescherming, en de j-GGZ die als opdrachtnemer voor jeugdzorg werkt naar diegene die betaalt}.

 

Dat is de boodschap van de grootste studies  die ooit zijn ondernomen om de gevolgen voor kinderen te vergelijken van pleegzorg versus het houden van vergelijkbare mishandelde kinderen bij hun eigen familie. De eerste studie was  het onderwerp van een voorpagina-verhaal in ‘USA Today’. De volledige studie is hier beschikbaar.*

 

In de eerste studie, die in 2007 werd gepubliceerd, werden de resultaten van meer dan 15.000 kinderen bekeken. Het vergeleek pleegkinderen niet met de algemene bevolking, maar met vergelijkbaar {naar zeggen} ‘mishandelde’ kinderen die random in hun eigen huis mochten blijven. Het resultaat: De kinderen die in hun eigen huis worden gelaten, doen het beter.

 

In feite, thuis {met hulp} bleek héél wat beter.

 

Kinderen die in hun eigen huis mochten blijven hebben veel minder kans om zwanger te raken als tiener, veel minder kans om in het jeugdstrafrecht terecht te komen en veel meer kans om minstens drie maanden een baan te houden dan vergelijkbare mishandelde kinderen die in een pleeggezin werden geplaatst {etc.}.

 

Een jaar later publiceerde dezelfde onderzoeker nog een studie. Deze keer omvatte de studie 23.000 gevallen. Opnieuw vergeleek hij {random} pleegkinderen met vergelijkbare “mishandelde” kinderen {naar de bewering vanuit de jeugdbescherming} die in hun eigen huis mochten verbleven. Deze keer keek hij welke kinderen meer kans hadden om als volwassenen te worden gearresteerd. Opnieuw deden de kinderen die in hun eigen huis mochten blijven het beter dan de pleegkinderen.

 

Implicaties

 

§  In de studies wordt de term "pleegzorg" algemeen gebruikt; zij omvatten kinderen die in elke vorm van vervangende zorg {pleegsetting} zijn geplaatst. Dat is belangrijk, want telkens wanneer {wetenschappelijke} informatie als deze naar buiten komt, proberen mensen {jeugdzorgprofessionals en bestuurders e.d.} die kinderen in pleegsettingen [UHP]  willen opsluiten dit te gebruiken om hùn plannen {en handelen} te rechtvaardigen. Maar deze studies waren niet beperkt tot pleeggezinnen. En er zijn drie pagina's nodig om een lijst te maken van alle andere studies die de schade van ‘weeshuizen’ aantonen. (Deze pagina's zijn beschikbaar bij NCCPR).

 

§  Dit betekent niet dat geen enkel kind ooit in een pleeggezin geplaatst zou mogen worden. Maar het betekent wel dat er veel minder kinderen in pleegzorg moeten worden geplaatst. {Dus is diagnostiek en hoogwaardige deskundigheid een vereiste voor een maatregel. Vergelijk de bevinding van prof. Jo Hermanns in https://www.youtube.com/watch?v=1tpsfF4Mh3s (ook bij 9:33), waar hij het over ‘nog maar 25% UHP en dan nog maar kort’ heeft}.

 

In de studies zijn de ernstigste gevallen van ‘mishandeling’ buiten beschouwing gelaten, een zeer klein deel van het werkgebied van kinderbeschermers. Dat is juist omdat, ondanks de gruwelverhalen die de voorpagina's halen, dit gevallen zijn waarin iedereen met tijd om het te onderzoeken het erover eens zou zijn dat uithuisplaatsing het enige alternatief was {en die voorbeelden gebruiken de jeugdbeschermers als propaganda-voorbeelden zonder dat hun definitie van ‘kindermishandeling’ bestaat, en dus zeer vaag is!}.

 

De studies waren veeleer gericht op verreweg de grootste groep cases die een [jeugdzorg]werknemer te zien krijgt, namelijk de gevallen die het best kunnen worden omschreven als de "tussengevallen", {die zelfs niet eens gediagnosticeerd en behandeld zijn geworden}, waarbij de ouder noch slachtoffer noch dader is; gevallen waarin er echte problemen in huis zijn, maar grote onenigheid over wat er moet worden gedaan. Zoals in de eerste studie zelf wordt opgemerkt: "Dit zijn de gevallen die het meest waarschijnlijk zullen worden beïnvloed door beleidswijzigingen die de drempel voor plaatsing veranderen."

 

Zij zijn natuurlijk ook de gevallen die het meest worden getroffen door een ‘pleegzorgpaniek’ – een enorme, plotselinge toename van nodeloze uithuisplaatsingen na de dood van een kind dat "bekend is in het systeem" {zoals Savanna-zaken} –  waardoor de drempel voor plaatsing ook verandert.

 

Zelfs onder deze gevallen zijn de cijfers gemiddelden. Zeker zijn er onder de duizenden onderzochte gevallen waarin pleegzorg het {relatief} minder schadelijke alternatief was. Maar wat de gegevens duidelijk maken is dat pleegzorg veel te veel wordt gebruikt, waardoor grote aantallen kinderen, die het beter zouden doen in hun leven als ze in hun eigen huis waren gebleven, schade ondervinden, zelfs met de minimale hulp die de meeste kinderbeschermingsorganisaties {jeugdzorg, onder Jw3.2 lid 2} aan gezinnen bieden.

 

Dit zegt minder over hoe goed kinderbeschermingsorganisaties gezinnen helpen, dan dat het zegt over hoe enorm giftig een pleegzorginterventie (UHP) is.  Alles wat zo giftig is, moet zeer spaarzaam en in zeer kleine doses worden gebruikt.

  • ·       Kinderbeschermingsorganisaties {c.q. jeugdzorgbestuurders} hebben een onoprechte reactie op dit alles: "Maar ja, natuurlijk," zeggen ze graag. "Dit onderzoek toont gewoon aan wat we zelf altijd hebben gezegd: pleegzorg moet alleen als laatste redmiddel worden gebruikt; natuurlijk houden we gezinnen bij elkaar waar dat mogelijk is." - Maar dit onderzoek toont aan dat de acties van de instanties hun woorden logenstraffen. In deze studies zijn duizenden kinderen gevonden die al in pleegzorg zitten en het beter zouden hebben gehad als de kinderbescherming hen niet (meteen) had weggehaald. {Preventief voorlichten en diagnostiek is zo belangrijk dat IVRK artikel 24 lid 1 er niet voor niets is}.
  • ·       Het USA Today-story citeert een terecht gerespecteerde expert die zei dat de studie van 2007 de eerste was die zulke resultaten opleverde. Maar dat is een vergissing. Eigenlijk was het op zijn minst de tweede sinds 2006. {Eigenlijk, in Nederland, 2002, over de effectiviteit van een OTS (prof. Wim Slot) en de stress door pleegplaatsen (Mary Dozier)}.  Een studie van de Universiteit van Minnesota gebruikte een andere methodologie en mat andere resultaten, maar kwam tot zeer vergelijkbare conclusies. En nu, natuurlijk, is er deze derde, grootste studie van allemaal.
  • ·       Hoewel het USA Today-story zegt dat andere "studies" de andere kant op gaan {vaak op het axioma dat die ouders per definitie onbekwaam zijn}, is de daar geciteerde, ene studie, met minder dan een honderdste van de steekproefgrootte van onze nieuwe studies, een kortere duur en ten minste één andere ernstige tekortkoming (uithuisgeplaatste kinderen, die minder dan zes maanden in pleegzorg waren, zijn buiten beschouwing gelaten) de enige waar we van weten. En die studie was gericht op hereniging, niet op kinderen die in de eerste plaats nooit zijn uithuisgeplaatst.

En, natuurlijk, vergeleek die studie pleegzorg alleen met typische "jeugdhulp" voor gezinnen in hun eigen huis, wat over het algemeen weinig of niets is {omdat jeugdzorg geen jeugdgezòndheidszorg ìs!}.  De echte hulp die de NCCPR aanbeveelt (zie onze publicatie, Doing Child Welfare Right) zou waarschijnlijk het resultaat veranderen en, in het geval van de drie meer recente en meer rigoureuze studies, een nog grotere kloof creëren in de resultaten ten gunste van het bij elkaar houden van gezinnen.

  • ·       Het meest intrigerende is misschien wel dat deze studies suggereren dat het eigenlijk mogelijk is om de schade van een pleegzorgpaniek te kwantificeren.

 

Dankzij deze studies hebben we nu een schatting van hoeveel slechter uithuisgeplaatsten het doen op belangrijke resultaten  in vergelijking met vergelijkbaar ‘vermeend-mishandelde’ kinderen die in hun eigen ‘thuis’ worden gelaten.  Het is meestal ook mogelijk te berekenen hoeveel meer kinderen worden uithuisgeplaatst tijdens een pleegzorgpaniek {Savanna-zaken}. Het zou dus mogelijk moeten zijn om te schatten hoeveel meer kinderen door een beschermingsmaatregel later onder arrest komen te staan, hoeveel meer zwanger worden en hoeveel meer werkloos worden als gevolg van een pleegzorgpaniek. {Zie de statistieken}**.

 

Het zou ook mogelijk moeten zijn om ruwweg te schatten hoeveel kinderen van deze slechte resultaten zijn gered in staten en gemeenten die hun systemen hebben hervormd om de nadruk te leggen op veilige, bewezen {evidence based} programma's om gezinnen bij elkaar te houden.

 

Deze nieuwe studies en de Minnesota-studie komen bovenop de uitgebreide studie van pleegzorg alumni, waaruit blijkt dat slechts van één op de vijf kan worden gezegd dat ze het goed doen als jonge volwassene – met andere woorden, pleegzorg levert vier van de vijf keer “wandelende gewonden” op. {Deze verhouding lijkt ook in Nederland op te gaan. Dit veroorzaakt bij gebrek aan gezondheidszorginterventie en -voorlichting getraumatiseerde opgegroeiden op!}.  (Zie NCCPR's publicatie, 80 Percent Failure voor meer over deze studie).

  

Daarenboven de massa bewijzen die aantonen dat, gewoon in termen van fysieke veiligheid, echte programma's voor gezinsbehoud een veel betere staat van dienst hebben dan pleegzorg. (Zie NCCPR Issue Paper #1).

 

Het huidige modewoord in de kinderbescherming is "evidence-based". Wat dat werkelijk betekent is: ‘Hoe durven voorstanders van een nieuwe, innovatieve benadering van kinderwelzijn te verwachten financiering te krijgen als ze niet alle puntjes op de i kunnen zetten in evaluaties die de effectiviteit van de innovatie onomstotelijk aantonen? Oude, niet-innovatieve programma's worden echter niet aan deze norm gehouden. Als dat wel zo was, zou de kinderbescherming op zijn kop staan door de resultaten van dit nieuwe onderzoek.’

 

Want nu, meer dan ooit, is het bewijs binnen {ten gunste van advocaten en gezinnen, de argumenten die voor onnozele rechters nodig zijn}.

  • Bijgewerkt op 1 september 2015, {dus dit is een onderdeel van de recente wetenschappelijke inzichten over het wegplaatsen van kinderen door de jeugdzorg, dat geen jeugdgezòndheidszorg is}.

 Noot *:

 

*: Zondag, 19 augustus 2018, ‘Nog meer’: https://www.nccprblog.org/2018/08/and-now-there-are-at-least-five-still.html (NCCPR):

 

“En nu zijn ’t er (minstens) vijf - nee, zes:  Nog EEN ANDER onderzoek bevèstigt dat kinderen het in typische [UHP]-gevallen beter doen in hun eigen huis dan in pleegzorg!”

 

UPDATE, 15 MEI 2019: Naast de studies die in dit bericht zijn besproken, is er nu ook deze. {“Nog een studie stelde vast: onnodige pleegzorg”: Hoogwaardige gezinsbescherming verkort het verblijf in pleeggezinnen drastisch zonder de veiligheid [ofwel bedreigde ontwikkeling van het kind]  in gevaar te brengen. Dat betekent dat in de praktijk van nu duizenden kinderen veel langer in pleeggezinnen vastzitten dan nodig is [of onnodig uithuisgeplaatst zijn].}.

 

Er zijn een paar studies die ik (NCCPR) zo vaak aanhaal op deze informatieblog en elders dat ik ooit voorstelde dat lezers een weddenschap konden houden om te raden welke paragraaf de verwijzing zou bevatten.

 

Het zijn de twee enorme studies  van meer dan 15.000 wegplaats-gevallen, uitgevoerd door MIT-onderzoeker Prof. Joseph Doyle.  De longitudinale studies vergeleken kinderen in typische (UHP)-kinderwelzijnszaken die in pleeggezinnen werden geplaatst met kinderen die hetzelfde soort vermeende misbruik of verwaarlozing meemaakten t.o.v. die in hun eigen huis mochten blijven.

 

§  Bevinding van de MIT-studies:

Vergeleken met de vergelijkbare ‘mishandelde’ kinderen die random in hun eigen huis mochten blijven, hadden de pleegkinderen:

- minder kans op een baan voor ten minste drie jaar;

- meer kans om zwanger te raken als tieners;

- meer kans om betrokken te raken in het jeugdrechtsysteem;

- meer kans om als jonge volwassenen te worden gearresteerd.

- {en andere, niet-meegewogen studies toonden aan dat dezen ook [uiteindelijk] meer depressie vertoonden, ongezonder waren, meer uitkeringen gingen trekken, en de DNA-uitstrengeling beschadigd raakte}.

 

In de studies werd niet gegokt wat er met deze kinderen gebeurde op basis van subjectieve beoordelingen {zoals de jeugdzorg wel doet zonder diagnostische bevoegdheid}. En deze studies volgden de kinderen niet gedurende slechts een paar maanden of misschien een jaar of twee.  Deze studies volgden de kinderen helemaal tot laat in de adolescentie en jongvolwassenheid en keken naar wat er werkelijk met hen gebeurde {en dat voldoet aan de hoogste sporten van de onderzoekshiërarchie}. 

Over het algemeen deden de kinderen die in hun eigen huis mochten blijven het beter.  Een tweede, nog grotere studie, bevestigde de bevindingen. {En andere wetenschappers bevestigden met hun onderzoek dat ook}.

 

Dat was een decennium geleden.  In al de tijd sindsdien, is de studie definitief gebleven. Niets heeft het geëvenaard in omvang, reikwijdte of nauwkeurigheid. Het dichtste dat pleegzorg-pleitbezorgers konden komen om een fout te vinden  is hun bewéring dat de studies geen jonge kinderen volgden.  (In feite, volgden ze kinderen vanaf 5 jaar.) {En anderen volgen met hechtingsdeskundigen  kinderen onder de 6 jaar over meer dan 30 jaar, in de adoptiewetenschappen. De identiteitsfase werd dus meegenomen en bleek van sterk belang. De eigen afkomst kennen, het ontdekken van een vals  dossier, het gebrek aan terugplaatsen, dat is een levenlang pijnlijk!}.

 

Dus de enige strohalm waar de pleegzorg-verdedigers zich aan konden vastgrijpen wàs de hoop – zonder enig bewijs – dat de resultaten anders zouden zijn voor nog jongere kinderen.

 

Maar dat ging voorbij aan nog een andere studie, (ook hier besproken) van onderzoekers van de Universiteit van Minnesota.  Met een andere methodologie en andere resultaten, maar opnieuw met het bijhouden van de werkelijke resultaten tot in de adolescentie, werd in deze studie gekeken naar kinderen die voor het eerst in pleegzorg kwamen vanaf de geboorte tot de leeftijd van 9 jaar.  Deze studie was ook een vergelijking van appels met appels. {En dus geen peren of abrikozen}. De onderzoekers keken naar kinderen in vergelijkbare omstandigheden en ook hier bleek dat de kinderen die in hun eigen huis mochten blijven het beter deden.

 

Jeugdzorgbesturen hebben geen ìnhoudelijk weerwoord:

 

O.K., zullen de pleegzorg-verdedigers misschien zeggen, maar hoe zit het met alleen zuigelingen. Als we de studie beperken tot alleen zuigelingen, krijgen we dan de resultaten die we willen?  Nee. Zelfs niet als de baby's geboren worden met cocaïne in hun lichaam.

 

Onderzoekers van de universiteit van Florida bestudeerden twee groepen  van dergelijke kinderen; de ene groep werd in een pleeggezin geplaatst, de andere werd gelaten bij biologische moeders die voor hen konden zorgen {evt. met de juiste hulpverlening}.  Na zes maanden werden de baby's getest aan de hand van alle gebruikelijke maatstaven voor de ontwikkeling van kinderen: omrollen, rechtop zitten, uitreiken.  Over het algemeen deden de kinderen die bij hun biologische moeder waren achtergelaten het beter.  Voor de pleegkinderen was de scheiding van hun moeder giftiger dan de cocaïne.

 

Geen van deze studies is perfect, natuurlijk. Maar vergelijk de nauwkeurigheid van deze studies (met 15.000 en 23.000 ‘objecten’, wat zeer representatief en valide is} eens met het beste waar pleegzorgactivisten mee op de proppen kunnen komen.

 

De laatste studie:

 

En nu komt studie nummer 5.  In tegenstelling tot de anderen, gaat deze over kinderen in Finland.  Opnieuw werden vergelijkbare gevallen rechtstreeks onderzocht.  Opnieuw werden de kinderen gevolgd tot aan hun jonge volwassenheid.   En, net als de Minnesota studie, was deze beperkt tot jonge kinderen - leeftijden 2 tot 6. 

Opnieuw deden de kinderen die in hun eigen huis werden gelaten het beter.

 

De onderzoekers merken één punt op over hun kinderwelzijnssysteem {‘jeugdzorg’}  waarvan zij schijnen te denken dat het zou kunnen verschillen van het systeem in de Verenigde Staten.   Zij schrijven:

 

“...in de Finse context is de belangrijkste reden voor UHP-plaatsing niet misbruik, maar een zekere {vage} mate van verwaarlozing of onvermogen om voor het kind te zorgen als gevolg van een slechte geestelijke gezondheid van de ouders, financiële problemen of een opeenstapeling van problemen.”

 

Maar in feite zijn dat ook in de Verenigde Staten de belangrijkste redenen voor plaatsing.  En, zoals dit onderzoeksverslag van de Finse publieke omroep YLE duidelijk maakt, de ontkenning van een eerlijke rechtsgang en de neiging tot nodeloze uitzetting {UHP} in het Finse systeem zijn deprimerend vergelijkbaar met het Amerikaanse systeem {en het Nederlandse al helemaal als top-uithuisplaatser}.

 

Het feit dat de onderzoekers deze resultaten in Finland hebben verkregen is om een heel andere reden belangrijk: In Amerika wijten pleegzorgactivisten de slechte resultaten van pleegzorg voortdurend aan het feit dat het systeem ondergefinancierd is.  Als we maar meer geld hadden, zo beweren ze, dan konden we het oplossen.

 

Maar Finland is een wereldleider op het gebied van uitgaven {lichtblauw en roze?} voor sociale voorzieningen; volgens sommige maatstaven is het nummer één in de Europese Unie.  Als geld het probleem is, dan zouden de resultaten van Finland heel anders moeten zijn.  Dat ze dat niet zijn, bewijst nog maar eens dat pleegzorg (UHP) inherent zo traumatisch is voor een kind dat het fundamenteel onoplosbaar is. 

 

(En, voor de goede orde, een andere Amerikaanse studie kwam tot een soortgelijke conclusie. Deze studie maakte een wiskundige formule voor hoeveel beter de vreselijke resultaten voor UHP-  c.q. pleegkinderen zouden zijn als het systeem op magische wijze perfect {diagnostisch} zou worden gemaakt. Het antwoord: 22,2 procent). {Weer een cijfer dat bij de gemiddelde ‘25%’ ligt!}.

 

Het is natuurlijk zeker de moeite waard om te proberen die verbetering te bereiken.  En geen van deze studies suggereert dat geen enkel kind ooit bij haar of zijn ouders zou mogen worden weggehaald. De horrorverhalen zijn zeer zeldzaam, maar ze zijn ook zeer reëel.  Er zijn gevallen waarin het trauma van een uithuisplaatsing, hoe erg ook, mìnder erg is dan het kind in haar of zijn eigen huis te laten.

 

Maar de Finse studie is nog meer bewijs dat pleegzorg een uiterst giftige interventie is die veel spaarzamer en in veel kleinere doses moet worden gebruikt dan nu in Amerika het geval is.  En de studie is nog meer bewijs dat de enige manier om pleegzorg op te lossen is om er minder van te hebben.

 

{Vertaald met DeepL.de , en verbeterd}     ______________________________________

 

{Daartoe zijn voorstellen gedaan om hoogwaardiger te meten, conform kinderrecht IVRK art. 24 lid 1.

En: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/politiek-en-jeugdbescherming }.

 

Bondige samenvatting:

 

"Het wetenschappelijk bewijs tegen het scheiden van kinderen uit gezinnen is glashelder," zei Erin C. Dunn (meta-analyse). "Niemand in de wetenschappelijke gemeenschap zou het betwisten, het is niet zoals andere onderwerpen waar meer debat tussen wetenschappers is.  We weten allemaal dat het slecht is als kinderen gescheiden worden van vertrouwde ouders.  Gezien het wetenschappelijke bewijs is het kwaadaardig en komt het neer op institutionele kindermishandeling’."

 


**:


Deze en meer statistieke grafieken maken duidelijk dat jeugdbescherming erg slecht 'aflevert' na 18+.

Q.E.D.

met de wetenschap als feitelijkheid!


Uithuisplaatsen veroorzaakt uiteindelijk schade - zo blijkt na het 18 jaar worden.

 

 

Dit zijn geëxtrapoleerde cijfers, die de in de pleegzorg mishandelde kinderen buiten beschouwing laten.


Overzicht:

 

Een belangrijke brief aan alle B&W’s (gemeenten): https://jeugdbescherming.jimdo.com/ maar ook https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/briefaangemeenten/ ;

 

Belangrijke stukken zijn te vinden via https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/ ;

 

Aanvullende stukken op https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/ ;

 

Rond wetten en precedenten: https://jeugdbescherming.jimdo.com/wetten-en-regelgeving/ ;

 

Rond wat weg van ouders doet in de psyche: https://jeugdbescherming.jimdo.com/adoptie-en-pleegzorg/ ;

 

En vanaf  https://jeugdbescherming.jimdo.com/adoptie-en-pleegzorg/relativeer-en-onderzoek/ analytische stukken over de dubieuze jeugdbescherming.

 

Meer hoofdstukken in de kantlijn.

 

Zie ook: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdzorg . En: https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/ .