Dr. Craig A. Childress, Psy.D, 2021, “Hechtingsgebaseerd ‘Parental Alienation’’”.

Rechters beslissen op basis van diagnostiek vanwege de grote kans op schade in het kind!

Een vertaling van https://drcraigchildressblog.com/2021/07/16/attachment-pathology-in-the-family-courts/ uit het hoofdstuk Attachment Pathologie.

 

{Deze vertaling is nodig omdat de Amerikaanse jeugdbescherming achter echte gezondheidszorg staat, conform VN-kinderrechtenverdrag (IVRK24 lid 1), en in Nederland er slechts met jeugdzorgwerkers (SKJ-niveau van sociaal domein) wordt gewerkt, die diagnostisch-onbevoegd zijn, en waar een specialist met meer dan algemene deskùndigheid niet eens het cliëntsysteem ziet en diagnosticeert; dat gaat tegen meer gekwalificeerde beroepscodes in.

De Nederlandse rechter moet dus afgaan op een jeugdbeschermingsadvies van onderop de onderzoekshiërarchie. Slechts een advies van professionele slagers staat nog lager.

Het gaat om het wegzetten van één ouder, al kan het door uithuisplaatsen ook weg bij beide ouders plaatsvinden.}

 

Waar de rechtbanken over zorgwekkende pathologie moeten oordelen in jeugdbeschermingszaken

is dit enkel nodig waar dit grenst aan een overtuigende mate van kindermishandeling

of -verwaarlozing (in BW1:255 lid 1 gecodificeerd als "ernstige bedreiging van de ontwikkeling van het kind", en waar ouders geen hoogwaardige hulp aantoonbaar aanvaarden, en geen - uiteraard te onderbouwen - verwachting is dat de ouders voor hulp vatbaar zijn).

Wanneer een indicatie van kindermishandeling (in Amerika is een echte diagnose nodig) overwogen wordt, moet er een diagnostisch advies komen vanuit de geestelijke gezondheidszorg die 100% accuraat dient te zijn voor de overweging van de rechter. {De jeugdzorg is Nederland is niét de Nederlandse jeugdgezondheidszorg; jeugdzorg voldoet niét aan hoog gekwalificeerde eisen voor diagnostiek!}.

 

De gevolgen van een onbetrouwbaar advies hebben gevolg voor onjuiste beslissingen van de rechtbank met grote gevolgen voor het kind. Het achterlaten van een kind dat werkelijk mishandeld is bij een ouder, kan leiden tot zeer schadelijke problemen verder in het leven van een kind.

 

Craig Childress legt een verband tussen PAS, CAPRD uit DSM-5, ook wel ouderverstoting of oudervervreemdingssyndroom genoemd, en een mate van onveilige gehechtheid. Hij legt het kort uit.

 

Een kind dat een ouder afwijst, ouderverstotend, moet gezien worden als hechtingspathologie, een probleem in het ‘liefdes- en bindingssysteem in de hersenen’.

Er kunnen twee oorzaken zijn:

1.       Kindermishandeling, onpedagogische houding, door de afgewezen, afwezige ouder, en dat moet gespecificeerd worden, of

2.       Psychologische kindermishandeling door de verzorgende ouder die het kind gebruikt (met bijv. loyaliteitsconflicterende signalen) als wapen (‘Intimate Partner Violence’) d.w.z. emotioneel misbruik met vooroordelen over de ex-echtgenoot waar het kind als wapen wordt gebruikt (bijv. boodschappen overbrengen of uithoren na een bezoek met meningen naar het kind).

3.       {Uiteraard kan het ook zijn dat de ouders niet inhoudelijk preventief zijn voorgelicht, en geen training van Villa Pinedo  tijdig hebben verkregen, er niet is gediagnosticeerd, of zelfs dat ouders valse escalerende informatie vanuit de jeugdzorg hebben verkregen. In FJR 2012/95  is dit ook beschreven.}

 

Een kind dat een ouder afwijst is een probleem in de hersenwerkzaamheid van liefde en binding. Een kind dat een ouder afwijst geeft dus hechtingspathologie,  i.d.g. een probleem in het ‘liefdes- en bindingssysteem’ in de hersenen.

Het hechtingssysteem is het hersensysteem dat alle aspecten van basisvertrouwen, liefde en binding reguleert gedurende het héle leven, inclusief rouw en verlies.

Het is een primair motiverend, sturend systeem van de hersenen.

Een breuk in de hechtingsband tussen kinderen en hun ouders is een pathologie in een prímair motiverend systeem in de hersenen, hier het ‘liefdes- en hechtingssysteem’ genoemd.

{Onder CAPRD, oudervervreemding,, PAS, zit loyaliteitsconflicten, gekweekte weerzin in een ouder, en secundaire onveilige gehechtheid.}

 

Er is geen ernstiger vorm van gehechtheidspathologie (waarover een rechter mee moet oordelen) dan de beëindiging van de hechtingsband van kind en ouder. {Doch ook later in de belangrijke identiteitsfase  is het kennen van beide eigen ouders van zeer groot belang.}

Er is niets erger (Childress herhaalt zich) in termen van gehechtheidspathologie, voor de kwetsingen in het primair motiverend hersensysteem, dan een verbreking van de gehechtheidsband kind–ouder.

Dat is het ergste wat hechtingspathologie in de kindertijd kan zijn, pathologie in het reptielenbrein.*

Dit breindeel ontwikkelt de basispatronen, waaronder eetgewoontes en basisvertrouwen dat in (ook latere relaties) nodig is, dus om hechting een liefde het gehele leven te sturen, ontwikkeld gedurende de kindertijd via relatiebanden met beide ouders en later ook derden.

Childress legt de nadruk op het feit dat een kind dat een ouder afwijst de ergst mogelijke hechtingspathologie in de kindertijd is.

{Dit hebben andere wetenschappers  op andere manieren ook bewezen!}.

 

Om de ernst te begrijpen, rechters, kunnen we een analogie gebruiken met een ander primair motiverend systeem, het eetsysteem. De ergst mogelijke eetpathologie is anorexia, de persoon weigert, avers, te eten, zijn band met voedsel is volledig verbroken, hij verhongert, hij sterft. Analoog daaraan vertegenwoordigd het volledig verbreken van de gehechtheidsband van een kind met een ouder, wat is een ‘anorexia van het gehechtheidssysteem’, de ergst mogelijke vorm van aan gehechtheid gerelateerde pathologie.

 

Het is uiterst belangrijk voor de gezonde ontwikkeling van kinderen dat hun gehechtheidsband ten opzichte van hun moeders en vaders effectief wordt behandeld en zo snel mogelijk wordt herstelt. {Daar is uiteraard de jeugdbescherming niet het niveau voor, dat beschermingsmaatregelen en perspectiefbeslissingen hanteert die al decennia niet effectief zijn, ook in het ontbreken van diagnostiek en voorlichting aan ouders!}.

 

De differentiatietherapie uit de ook in Nederland nodige diagnose (desnoods Rv810a  gebruikend) tegen de gehechtheidspathologie (d.w.z. voor de afwijzing van een ouders door het kind, waar geen strafrechtelijke of psychopathogene gronden meespelen) is dat ofwel:

1.       De ouder die het doelwit is van de afwijzing de gehechtheidsbreuk heeft veroorzaakt door mogelijk ernstige mishandeling van het kind, ofwel

2.       De verzorgende ouder de gehechtheidsbreuk creëert door diens uiterst problematisch ouderschap, een zogenaamde “Cross-generationele coalitie” (Filmpje) met het kind tegen de andere ouder.

 

De coalitie van het kind met de ene ouder tegen de andere ouder leidt tot het “emotioneel afsnijden” van de gehechtheidsband van het kind met de beoogde ouders uit ‘loyaliteit’ aan de coalitie met de verzorgende ouder.

Als er enige twijfel is, als er enige onenigheid is over de diagnose van een passend specialist, geen algemene gedragswetenschapper (en het is te verwachten dat de diagnose wordt betwist in het familieconflict voor de rechtbank), vraag dan een tweede opinie, of zelfs een derde.

Wanneer het om mógelijke (niet hand bewezen) kindermishandeling gaat, moet u, rechters, alles in het werk stellen on ervoor te zorgen dat de diagnose die uit het onderzoek naar voren komt 100% juist is (en de preventieve voorlichting en hulp aantoonbaar inhoudelijk was.

Let wel, in Nederland is de jeugdbescherming niét diagnostisch bevoegd gestructureerd.

 

De schade die aan het kind wordt toegebracht door een verkeerde ‘diagnose’ van ‘bedreiging van de ontwikkeling van het kind’ is te ernstig. De diagnose moet 100% juist gebaseerd zijn. Maak ook onderscheid van welke en welke mate van onveilige gehechtheid en oudervervreemding sprake is. Bij een autonome onveilige gehechtheid of een door de jeugdzorg geïnduceerde onveilige gehechtheid zijn niet de ouders de oorzaak!

De fundamentele schade door CAPRD kan ernstig zijn, maar een misdiagnose is zo mogelijk schadelijker.

 

Childress gaat verder in diagnostiek en therapie.

Hij eindigt met:

Wanneer mogelijke kindermishandeling, met eigenlijk een betere definitie dan ‘ernstige mate van bedreiging van de ontwikkeling van het kind’, een bewezen diagnose is, moet de diagnose (dus niet de indicatie vooralsnog) die door de geestelijke, orthopedagogische gezondheidszorg wordt geadviseerd aan de rechter 100% kloppen en accuraat zijn.

Doe wat nodig is om elke vraag te beantwoorden die beantwoord moet worden. Vraag om informatie die nodig is, ook in second of zelfs tertiair opinion, voer elk onderzoek uit dat nodig is om tot een accurate diagnose te komen.

Dus waar er verzet of twijfel is, doe een second opinion en desnoods een derde.

Want wanneer kindermishandeling door een ouder een overwogen diagnose is )met hopelijk een goed advies voor een hulptraject van de specialist) voor de beslissing van de rechter, moet de diagnose van de GGZ 100% van de tijd accuraat zijn.

 

Zie ook andere dit bevestigende wetenschap op https://kinderbescherming.jimdofree.com/kritiek-van-deskundigen/onderzoek-met-gevolg/wetenschappelijk-overzicht-22/ .                                                     *:

In het reptielenbrein zitten de fundamentele reactiesystemen, zoals voortplanting, eten en hechtheid met indentiteitsgevoel.

Zowel slecht-voorgelichte ouders als de jeugdzorg kan kinderen hierin kwetsen en therapie ontzeggen.

Vandaar dat de training van Villa Pinedo als zo tijdig mogelijk gegeven bewustwordende voorlichting verstrekt dient te worden. Daarna kan immers beter gemeten worden welke ouder daarop een juiste keuze maakt.