De eigenwijze smoes van de jeugdbescherming ten aanzien van ‘waarheid’:

 

(https://www.kinderbescherming.nl/actueel/nieuws/2018/08/16/klachtenanalyse-2017;

dit is voor elk jaar te vinden met duck.com)  

 

  • {Vergelijk hierbij ook: hoe rechters ermee omgaan:
  • In De Monitor is weer een uitzending geweest over  ‘vechtscheidingen’ waar de kinderrechter  onnozel blijkt hóé wèl juist te helpen (want de jeugdbescherming is daartoe wel aangewezen door de politiek maar niet deskundig genoeg conform het prevalerend internationaal kinderrecht, IVRK [24.1]).  Hóórt de kinderrechter en kinderen!   Villa Pinedo  is de rechter kennelijk onbekend, waar er een training preventief te verstrekken is, en er daarna gekeken kan worden wie saboteert.   De rechter verschuilt zich achter het systeem van jeugdbescherming, terwijl te zien is dat deze escaleert, niet voortvarend werkt aan het OTS-doel, en niet preventief voorlicht en bewust maakt. De rechter heeft geen inzicht dat BW1:247 bestaat en er dus mogelijkheden bestaan bij echte deskundigen en cursusaanbieders.}

Een vreemde verklaring in een document van de RvdK:

 

In de Klachtanalyse  van de RvdK 2017 (pagina 12) staat het:

 

“In de klachtbeslissingen van de RvdK wordt over het doen van waarheidsvinding  veel uitleg gegeven. De strekking hiervan is dat raadonderzoeken doorgaans gaan over onderwerpen die niet of nauwelijks objectief verifieerbaar zijn, maar waar verschillende meningen of visies kunnen bestaan.” (citaat)

 

-- We mogen bij dat “...gaat over onderwerpen die niet of nauwelijks objectief verifieerbaar zijn” vragen stellen:

  • ·       Dus: weggelaten diagnostische rapporten (door ouders verstrekt) zijn kennelijk minder objectief dan de indrukken van de raadsonderzoekers; waarvan Cora Bartelink, 2018, in haar proefschrift schreef dat die voornamelijk bij hun ‘beslissingen’ afgaan op eigen jeugdervaringen (alsof die objectiever zijn dan bevindingen van specialisten met hoge beroepscode). Waarom?
  • ·       Dus: beweerde ‘feiten’ zijn de uitgesproken woorden van één ouder, of derde, waarvan de inhoud niet is geverifieerd middels diagnostiek (maar vaak een stemmingsmakende, beschuldigende lading heeft). De ondertekende verklaring is nergens te vinden. Waarom?
  • ·       Dus: het weglaten dat een ouder goede diagnostiek of inhoudelijke hoogwaardige voorlichting aan beide ouders wenst, heet objectief de zijn? Waarom?

Mogen we bij dit relativeren aannemen dat de discrepantie tussen verifieerbare, weggelaten feiten  en  beweerde ‘feiten’  nogal vreemd is, of zal '“waarheidsvinding” in de door ouders bedoelde zin' vermijden (ondanks dat het geen strafrecht betreft)  het doel zijn om de ondeskundigheid van de werknemers af te dekken? Dat is, waar het om de ontwikkeling van de opgroeiende gaat, wereldvreemd en in strijd met bijv. BW6:162 lid 2 naast Jw3.3.

 

Ook vreemd: Zo mogen we ook ons afvragen waarom de kennis van recente wetenschap, die in augustus 2018 aan de AMHK’s en de afdelingen RvdK  verstrekt zijn, niet geïmplementeerd zijn in hun rapportages? We spreken over de Raads-woorden 'objectiveerbaar en verifieerbaar'!

 

Vreemd: Wanneer je deskundig beweerd te zijn, kan je toch je afweging noemen en uitleggen met bewijs, dat een (door de wetenschappen vastgestelde) schadelijke kinderbeschermingsmaatregel minder schadelijk zou zijn dan de vermeende bedreiging die de ondeskundige jeugdbeschermer alias jeugdzorgprofessional denkt te zien en niet heeft willen diagnosticeren of die 'bedreiging' niet heeft willen voorkomen met inhoudelijke preventieve voorlichting en een eventuele cursus- Men moet toch enige energie steken in het toekomstige belang van het kind naar kinderrecht IVRK24 lid 1 voor de 'verifieerbaarheid en objectivering'??

 

Vreemd: Zijn de onderzoeksvragen waarop de bescherming het ‘onderzoek’ africht wel deskundig genoeg en compleet? Een degelijke onderzoeksvraag zou toch kunnen zijn hoe ouders hebben gereageerd op (aan te tonen) deskundige voorlichting en het volgen van een aangeboden hoogwaardige cursus (dus niet een niet-evidence-based experiment van een ketenpartner), waarbij ouders ook voorlichting hebben verkregen over de mogelijkheid 'het niet bewust willen worden' op die verstrekking, met uitleg over de invloed van wetgeving op keuzes, waarin hun gezag kan worden aangetast; want dat weten ouders vooraf vaak niet! (Waar er werkelijk een ernstige bedreiging zou zijn, ontneem je toch zo snel mogelijk die bedreiging door ouders voor te lichten!?).

Leer ouders ook vooraf dat het om rechtsvinding  gaat, en dat er dus wetten  bestaan.

 

Vreemd: Bij beschermingsonderzoeken bij AMHK (onVeilig uiThuis, VT) en RvdK rond scheiding wordt vaak voor één ouder gekozen, zonder die voorlichting te geven ('gelijke monniken gelijke kappen'), en dan wordt beweerd dat het kind lijdt en onveilig is.  Dat is niet denken ten dienste van het kind en ronduit een leugen, een te vermijden onwaarheid.  Jw3.3 is weliswaar niet gesanctioneerd, maar de niet-diagnostische rechter moet uitgaan dat wat gerapporteerd wordt [diagnostisch] ‘waar’ zou zijn voor de toekomst van de zich ontwikkelende, maar dan zijn er toch geen onverifieerbare onwaarheden nodig om het verzoek te bekrachtigen?!

 

Vreemd: Als uitgangspunt voor het beschermingsonderzoek geldt dat de RvdK, binnen de grenzen van het Kwaliteitskader RvdK  en de daarvoor bestaande protocollen, vrij is in de selectie  en waardering van onderzoeksgegevens.” (citaat)

Dus: De RvdK mag dus van zichzelf als opsteller van regelgevende protocollen en kwaliteitskader selecteren i.p.v. de bewijzen compleet te leveren, bewijzen voor en tegen,  die te verifiëren zijn met meelevering van bewijs en het diagnostisch (onder beroepscode tot stand gekomen) rapport van de specialist.  Dat weglaten is misleidend!

 

Vreemd: De RvdK vervolgt: “Vanzelfsprekend moet de RvdK voldoende relevante en accurate gegevens aan het raadsadvies(rapportage) ten grondslag leggen.” (citaat)

Dus: Zijn die recente wetenschappen niet accuraat waar ze wereldwijd unaniem  zijn (behalve bij de door de jeugdzorglobby betaalde Nederlandse wetenschappers)?? Zijn de weggelaten inhoudelijke, relevante verzoeken van een ouder die op een kinderrecht zijn gegrond niet ‘relevant’?? Zijn de weggelaten diagnostische rapporten van de ouders en hun bewijsstukken niet relevant??

Dus: Dit duidt op  willekeur, een eigen vrijbrief, en het niet aanpassen van eigen protocollen aan de onafhankelijke wetenschap!!!  En niet aanpassen aan bijvoorbeeld het kinderrecht  artikel 24 lid 1 IVRK:   De Staten [waaronder Nederland] erkennen het rècht van het kind op het genot van de gróótst mógelijke máte van [ook geestelijke] gezondheid en daarbij op onbezwaarde toegang tot passende hóógwaardige gezòndheidszorg.” En in artikel 25 ook regelmatige evaluaties op dit niveau (dus tijdens een [half] jaar OTS en voor verlengingen). Deskundigen weten dat ouders van de specialist de nodige voorlichting met de tips verkrijgen voor een therapeutische representatie. Het is vreemd dat er te vaak zonder meer aan wegplaatsen  wordt gedacht en verzocht door de RvdK.

 

Vreemd: Het vervolg: “De selectie van gegevens mag daarbij niet leiden tot een onevenwichtige weergave, laat staan weging. Ook mogen er geen gegevens worden weggelaten die een wezenlijk ander licht (kunnen) werpen op de onderzochte casus en het gegeven advies.” (citaat) 

– Dus: Het dan weglaten van diagnostische en modern-wetenschappelijke feiten is wezenlijk onevenwichtig en toch wordt het gepraktiseerd (mogelijk omdat ouders als niet-deskundigen de jeugdbescherming niet wijst op de discrepantie tussen die verstrekte feiten en de protocollen van de RvdK e.d.. Of is het omdat de controle  intern afschuift op de inspectie en de inspectie het overlaat op de interne controle? Zeker is dat ouders hierover voorlichten faalt).    En nogmaals bevestigt de RvdK dat wezenlijke gegevens niet weggelaten mogen worden; en des te vreemder is het, wanneer ouders het bestuur van de RvdK (of jeugdbescherming) er op aanspreken, de hand boven het hoofd van de raadsmedewerker/jeugdzorgprofessional wordt gehouden, en evt. de reactie van de ouder(s) ergens - als een puzzel voor de kinderrechter - achteraan wordt toegevoegd.

 

– Opmerkelijk daarbij is: De RvdK vervolgt: “En ten aanzien van de mogelijkheid voor cliënten om feitelijke onjuistheden aan te passen in het raadsrapport meent de commissie dat: “…vanuit het principe van waarheidsvinding, een dergelijke strikte uitleg van de richtlijn niet altijd bevredigend is. Bepaalde reacties kunnen zo begrepen worden dat het weliswaar geen feitelijke onjuistheden zijn, maar dat deze toch als ‘onjuist geformuleerd’ moeten worden opgevat. Handhaving van die ‘onjuistheid’ in het rapport kan dan in bepaalde gevallen tot onzorgvuldigheid leiden”. Van de raadsonderzoeker mag – volgens de externe klachtencommissie – in dergelijke gevallen een nadere onderzoeksactiviteit verlangd worden. Het komt de commissie logisch voor dat reacties die zien op de tekst van derden, en dan met name van de andere ouder, niet voor correctie in aanmerking komen. Bij het bepalen of een bepaalde formulering in het rapport aangepast dient te worden, dient verder leidend te zijn dat de belangen van derden niet geschaad worden.”   (citaat)

 De klachtencommissie en de klachtenanalysator bij de RvdK hebben het t.a.v. ‘feiten’ wèl over ‘waarheidsvinding’.  - En het afwijzen mag niet zo strikt rigide zijn, met uitleg:  De jeugdbescherming moet meer vanuit het bedoelen van de ouders denken.  De RvdK kreeg de waarschuwing (in 2017 al) dat rigide afwijzen tot onzorgvuldigheid kan leiden, en we weten het: ...temeer daar dit verder met knip- en plakwerk  een eigen leven gaat leiden in de jeugdbeschermingsketen. De gemaakte stemming zet zich voort zonder degelijk onderzoek.

 

Het klachtenrapport meldt verder over meerdere onderwerpen waarover geklaagd wordt en waarop daar de restricties zijn, de leermomenten, die aanbevolen worden aan ouders om te lezen. Ook de Nationale Ombudsman komt aan bod.

 

  • Ouders moeten (zo lijkt de politiek en de jeugdbescherming te denken) uit een soort gok voortijdig weten hoe vreemd de kinderbescherming werkt tegen de vragen in die in deze brief aan  de politiek staan (onder).

De RvdK beroept zich te vaak op een kristallen bol.

 

 Vragen om te beantwoorden:

1. Waarom hoeft in verzoeken tot OTS en/of Uithuisplaatsing (UHP) niet uitgelegd en bewezen te worden dat de ouders de ‘aantoonbaar verstrekte voorlichting om een beschermingsmaatregel te voorkomen aantoonbaar niet of duidelijk onvoldoende hebben geaccepteerd? {noot: [1]: Artikel 255 BW1  lid 1.  "De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling (gezinsvoogdij) indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling èrnstig wordt bedréígd, èn:  

a. de zorg die in verband met het wègnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of ònvoldoende wordt geàccepteerd,  èn  b. de verwàchting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn{?}, de veràntwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247*, tweede lid, {niet?!} in staat zijn te dragen."}.

  2. Waarom hoeft in verzoeken tot OTS en/of UHP niet bewezen te worden, in volgbare  uitleg, dat de vermeende ‘ernstige bedreiging’ thuis zoveel ernstiger is dan de ernstige schade die bij het uitvoeren van een beschermingsmaatregel wetenschappelijk aangetoond gepaard gaat?   3.  Waarom wordt er geen diagnòstieke nulmeting – volgens beroepscode – uitgevoegd en als bewijs bij het verzoek naar de kinderrechter verstrekt wanneer ouders er om vragen, en is er groot verzet wanneer ouders dan een beroep doen op artikel 810a Rechtsvordering, alsof ouders, met legaal gebruik maken van BW1:247 en artikel 24 lid 1 van het prevalerend internationaal kinderrechtenverdrag, “tegenwerken”, “niet accepteren”?   4.  Waarom hoeft in verzoeken tot OTS en/of UHP niet uitgelegd te worden op welke basis de verwàchtingen [naar sub  b lid 1  uit BW1:255] door een sociaal werker c.q. jeugdzorgwerker gebaseerd zijn – in de ontwikkelingspsychologische of pedagogische wetenschap?    5.  Waarom is BW1:265b zo vaag gecodificeerd[2] om een kind door een G.I. uithuis te mogen plaatsen, terwijl dat wetenschappelijk gezien aan veel duidelijker eisen zou moeten voldoen vanwege de tegenhanger, de [wetenschappelijk] aantoonbare schade  van zulk maatregel? {noot: [2]BW1:265b lid 1. "Indien dit noodzakelijk is ‘in het belang van de verzorging en opvoeding’ van de minderjarige of tot 'onderzoek' van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid, kan de kinderrechter de {ondeskundige} gecertificeerde instelling (G.I.), bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling op haar verzoek machtigen de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen." -{Vaak is dat geen diagnostisch open onderzoek conform IVRK24 lid 1.  Daarom zouden ouders voorlichting behoren te krijgen, wanneer ze hoogwaardiger gezondheidszorg wensen, en kennis te hebben van Rv810a. Ouders moeten dus ongezegd zèlf actief zijn op onbekende wegen}.}   6.  Hoe komt het dat aan scheidende ouders niet dírect een training  van bijv.  Villa Pinedo  wordt aangeboden, en de G.I. bij een omgangs-OTS zich niets aantrekken van voorlichten (BW1:262) en de door G.I.’s verkregen mogelijkheden in https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/omgangssabotage-g-i ?

 

  •  De praktijk wijst in te veel zaken dat dit domein de kinderrechter zoveel in de hand heeft dat er een rechteloosheid heerst en insinuaties voldoende zijn, zonder weging met wetenschap en feiten, om kinderen te schaden in een beschermingsmaatregel, al heet dat 'beschermend'.  De kinderrechter heeft daarnaast te vaak lak aan de uitspraak van de CRvB in LJN BD1113.

 Bij omgangssabotage is er een strikte handleiding:

_______________________________________________________________

 

Wat kan men doen na scheiding, bij een bezoekafspraak met je kind, waar de andere ouder, mogelijk onwetend,* aan omgangsfrustratie doet?:

 

Lezen we het ingezonden bericht (Facebookreactie via Caroline B.), waarbij wel letten op de juiste begrippen en bijvoeglijknaamwoorden:


Als je je kind niet mee krijgt voor de omgangsregeling....’

 

Dit is mijn verhaal:
Ik kreeg mijn zoon niet mee voor de omgang regeling en wil graag mijn ervaring delen met jullie.
Vrijdags kwam ik bij het adres van mijn ex, die uiteraard ook een ouder is van het kind, om mijn zoon (5 jaar oud) op te halen voor de omgang regeling. Ik kreeg hem niet mee van mijn ex.
Hierop heb ik 112 gebeld, en medegedeeld dat mijn zoon gegijzeld werd. De politie is werkafschuivend, en bagatelliseert dan graag. Daarom moet men rustig en assertief zijn en blijven….  Op mijn 112-oproep ontstond een discussie met de mevrouw van 112 en werd me eerst te verstaan gegeven dat ik de politie niet voor mijn karretje moest spannen.

 

Toen ik mededeelde dat dit artikel 279 Strafrecht (Sr) betrof en dit een misdrijf is, en dat  mijn zoon en ik nu slachtoffer zijn, en dat de Politie hulp moet verschaffen aan hen die dat behoeven, stuurde ze toch een politieauto (maar wel zonder sirene, zei ze nog).
Dit duurde zo’n 20 minuten en de Politie arriveerde. De agent liep op mij af en zei dat het hier een civiele zaak betreft en dat ze niets konden doen. Dat is welhaast een standaard afschuifsmoes om ouders te intimideren, maar daarop blijft men rustig omdat u het volgende weet en doet:
Ik attendeerde de agent op artikel 279 Sr.. En dat hier een maximale gevangenisstraf op staat van negen jaar omdat mijn zoon beneden de 12 jaren oud is, en tevens dat de agent hulp moet verschaffen aan hen die dat behoeven, alsmede dat hij en zijn collega op het moment getuige waren van een misdrijf zoals omschreven in artikel 279 Sr..
Ik vroeg hem vriendelijk om in te grijpen, en dat ik anders genoodzaakt was om aangifte te doen tegen mijn ex (als dader) en tegen hem en zijn collega (als medeplichtige en zijnde misbruik maken van gezag). {Handig als men de politiewet ook kent}.
Dit volgens het Wetboek van Strafrecht artikel 48.
Ik vroeg hem alvast het adres van het dichtstbijzijnde politiebureau te verstrekken om meteen aangifte te kunnen doen. Ik attendeerde hem tevens dat de Politie verplicht is om de aangifte in ontvangst te nemen op grond van artikel 163 lid 6 en artikel 165 lid 1 Sv.
Hierop moesten de 2 agenten even in conclaaf en contact opnemen met het bureau.
Na een vijftal minuten liep één van de twee agenten naar mijn ex (die aan de overkant van de weg stond) en zei iets tegen haar; wat weet ik niet.
Hierop ging mijn ex mijn zoon halen en ik nam hem mee.
Ik heb verder geen aangifte gedaan… en ben ten aller tijde rusting gebleven.
Zondag, na een geweldig weekend heb ik mijn zoon conform het vonnis op tijd terug gebracht.

 

Tip:
Breng wel je vonnis mee, en de artikelen uit het wetboek van Sr en Sv. {Heb dus alle bewijs en spiekbriefjes bij u!}:

  • {Oefen uw bewustzijn boven denken en gevoelens (want met bewustzijn kunt u die bewegingen waarnemen; en dat houdt in dat u niet die bewegingen bent doch dat bewustzijn, zonder automatisme waar dat niet handig is).}

  Heb dus alles zwart op wit bij u.

 

  Dit is een heel mooi voorbeeld! Netjes met alle onderbouwing op papier.
  Rustig.
  Geen emoties tonen.  U staat boven uw emoties met uw bewustzijn!

 

  Zelfbeheersing en zelfreflectie.
  En geluidsopname in geheim (en dit is niet strafbaar omdat u het voor uzelf gebruikt, waar uzelf op te horen bent)  is dan handig voor een eventuele negatiever ingestelde politieagent.
En wanneer de ouders netjes rustig zich representeren in netjes overleggen en communiceren met de politie, dan is dat ook een levensvoorbeeld voor het kind, dus niet schadelijk.

 

Bevestig met de Awb officieel waar de ambtenarij regels onverhoopt negeert!

_______________

 

*: om de onwetendheid te doorbreken, en bewust te maken van de escalerende kracht van de jeugdbescherming en gezinsvoogdij, is het handig zonder verwijt bijvoorbeeld dit stuk   https://www.dropbox.com/s/e2exwdaacp7dnma/Wat%20ondervinden%20kinderen%20%2B%2B%202016.pdf?dl=0   af te drukken (openbaar) en te geven. (Bij dergelijke Dropbox-linken hoeft men niet in te loggen, dus klik naast een evt. inlogscherm!)



Het klachtenrapport van de directie van de RvdK geeft in 2017/18 ook aanbevelingen, waaronder:

Aanbeveling 1
Doel: investeren in de lerende organisatie
>>  Bij het zorgvuldig behandelen van klachten hoort ook dat het bijdraagt aan het leerproces van de RvdK. Het valt echter op dat de klachten in aantal en inhoud ieder jaar veelal hetzelfde zijn. {En dat is al sinds de vorige eeuw zo!}. In het verlengde hiervan zijn ook de aanbevelingen die in de analyses worden gedaan ongewijzigd {en er wordt dus al decennia niet geleerd van de eigen aanbevelingen door de RvdK}. Om de kwaliteit van het raadswerk te verbeteren en daadwerkelijk te leren moet er meer aandacht zijn voor de (jaarlijks terugkerende) inhoudelijke leerpunten uit de klachtenanalyses.
...
En
Aanbeveling 4
Doel: verbeteren feitenonderzoek en onderbouwde besluiten
>>  Rapporten en rekesten waarin feiten volledig en naar waarheid zijn aangevoerd zorgen ervoor dat de (kinder)rechter goed geïnformeerd een beslissing kan nemen {wat dus niet gebezigd wordt in de praktijk vanwege het afschermen, waarover de klachtencommissie ook een aanbeveling deed: houdt meer rekening met wat ouders bedoelen, en wees niet rigide. Kennelijk leren jeugdbeschermers het tegenovergestelde}.
>> De besluitvorming in de raadsrapportages dienen onderbouwd te zijn waarbij de {aantoonbare] feiten, de visies van betrokkenen, en de interpretaties van de RvdK duidelijk zijn gescheiden.
>> Als de cliënt zich gehoord voelt en het gevoel heeft dat er een gedegen en zorgvuldig onderzoek plaatsvindt, dan zal hij/zij ook eerder in staat zijn te luisteren naar een advies dat tegenstrijdig is met zijn/haar verwachting en zal hij/zij eerder in staat zijn dit te aanvaarden {en dan te bedenken dat de RvdK noch de G.I. goed voorlicht en geen deskundigheid heeft om juist advies te geven. Daarom móéten ouders weten dat er gezondheidszorg bestaat. Ken de wetten!}.
De rest staat achteraan de PDF.

Kletsen en laten kletsen door de [vreemde, nieuwe] omgeving, is ook al schadelijk voor het kind.

Ouders frustreren zonder eerst degelijke inhoudelijke voorlichting aantoonbaar te hebben verstrekt schaadt het kind door de uitstraling van de ouders ook! Dat zou voorkomen kunnen worden met echte deskundigheid.

Maar na decennia deze jeugdbescherming deskundige adviezen en mogelijkheden te hebben verstrekt, blijft dit domein bewijzen in hun oude rigide cultuur te blijven steken.

 

Frustreren lokt schijngedrag en schadelijke problematiek in het [pleeg]kind uit!

  

Zie ook -- voor wat een arts vond -- op  YouTube:  https://www.youtube.com/watch?v=_88sGsV0sPk&