Schriftelijke Aanwijzingen (SA)

 

bij OTS en bij UHP.

 

Er zijn er maar twee, dus laat u niet met een derde misleiden!

 

Twee SA’s:

  1. t.a.v. de verzorging en opvoeding;
  2. t.a.v. beperking contacten met een weggeplaatst kind.

Uit de najaarsnieuwsbrief van stichting KOG: https://www.stichtingkog.info/media/20181110_KOGnieuwsbrief-12_online.pdf .

Hier meer uitleg en context:

Schriftelijke Aanwijzingen (SA’s) zijn van groot belang, maar alleen voor ouders met ouderlijk gezag en minderjarigen van ten minste 12 jaar. Ouders mèt ouderlijk gezag en deze minderjarigen moeten namelijk doen of laten wat de SA opdraagt. Alle andere mensen hebben dus niets te maken met een SA.

We zeggen dit zo uitgebreid, omdat we (KOG) gezien hebben dat een SA gegeven werd aan een grootouder die geen voogdij had en waar het kind in kwestie ook niet woonde (geen post meer en niet vragen om bezoek, dit is een schriftelijke aanwijzing!). Zo’n SA naar een ander kan dus regelrecht bij het oud papier.

 

In verband met een SA hebben minderjarigen van ten minste 12 jaar niet alleen dezelfde plichten, maar ook dezelfde rechten als ouders met ouderlijk gezag.  Voor het gemak schrijven we verder alleen maar “ouders”, niet meer “en de minderjarige enzovoort”, of  “ouders met ouderlijk gezag”. In dit artikeltje betekent “ouders” dus “ouders met ouderlijk gezag en minderjarigen van ten minste 12 jaar”.

 

De schriftelijke aanwijzing is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Zo’n besluit moet voldoen aan de eisen die deze wet stelt in de hoofdstukken 1––4 en 10.

 

Welke rechtbank?:

We hebben wel te maken met de Awb, maar moeten toch niet bij de bestuursrechter zijn, máár bij de kinderrechter (Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak). Noem bij uw verzoekschrift of verweerschrift deze uitspraak: LJN BD1113, te vinden op https://www.stichtingkog.info/media/20181110_KOGnieuwsbrief-12_online.pdf  (Rechtsmachtverdeling tussen de kinderrechter als civiele rechter en de kinderrechter als bestuursrechter. Hoger beroep tegen uitspraken van de kinderrechter als bestuursrechter moet worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Deze uitspraak heeft arts drs. N. Mul geëntameerd in 2008 om duidelijkheid te krijgen, een uitspraak van de hoogste rechter m.n. de Centrale Raad van Beroep [CRvB]. De jeugdzorg was niet blij met deze duidelijkheid in eerste aanleg).    Begrijp de inhoud.

 

Artikel 1:263 BW gaat over de SA bij een ots en luidt: De gecertificeerde instelling kan ter uitvoering van haar taak schriftelijke aanwijzingen geven betreffende de verzorging en op voeding van de minderjarige.  Bovendien is er de SA die het contact met een uit huis geplaatst kind beperkt (art. 1:265f BW).

De tekst van BW1:265f:

1.

Voor zover noodzakelijk in verband met de uithuisplaatsing van de minderjarige, kan de gecertificeerde instelling voor de duur daarvan de contacten tussen een met het gezag belaste ouder en de minderjarige beperken.

2.

De beslissing van de gecertificeerde instelling geldt als een schriftelijke aanwijzing. Artikel 264 en artikel 265 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kinderrechter een zodanige regeling kan vaststellen als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt.

 

Let op: een SA kan u niet verplichten ergens toestemming voor te geven.

Een SA kan ook niet een door de rechter vastgestelde omgangsregeling veranderen.

 

Ouders kunnen de kinderrechter verzoeken allebei de soorten SA geheel of gedeeltelijk vervallen te verklaren. Dat moet gebeuren binnen 2 weken nadat de SA is ontvangen (art. 1:264 BW). De kinderrechter kan het verzoek van de ouders afwijzen, de SA helemaal of gedeeltelijk vervallen verklaren, òf bij een uhp de omgang met de minderjarige wijzigen zoals hij dat in het belang van de minderjarige wenselijk acht, art. 1:265f BW dus. Zolang u de beslissing van de rechter niet op papier hebt, moet u gewoon doen wat in de SA staat.

 

Als u de SA niet uitvoert, kan de GI aan de kinderrechter verzoeken om bekrachtiging van de SA: art. 1:263 lid 3 BW. Dit mag alleen als u geen verzoek tot vervallenverklaring hebt ingediend bij de kinderrechter. Dus: als u de SA niet uitvoert maar u tot de rechter wendt, mag de GI geen bekrachtigingsverzoek indienen!

 

Ouders kunnen de GI vragen wegens gewijzigde omstandigheden een SA helemaal of gedeeltelijk in te trekken.

De GI moet binnen twee weken reageren (art. 1:265 BW). Als de GI helemaal niet reageert, mag u dat volgens de Awb beschouwen als een [fictieve] weigering en kunt u naar de kinderrechter, óók binnen twee weken. U hebt dus maximaal vier weken (in genoemde stappen) om de kwestie aan de kinderrechter voor te leggen, te rekenen vanaf de dag dat u uw verzoek aan de GI had verstuurd. En ook als de reactie onvoldoende gemotiveerd is, kunt u binnen twee weken de kinderrechter verzoeken om vervallen verklaring. Googelt u voor een voorbeeld van onvoldoende motivering eens RBMNE:2018:2936 (https://www.recht.nl/rechtspraak/uitspraak/?ecli=ECLI:NL:RBMNE:2018:2936 . De kinderen verblijven in een pleeggezin. De vader is overleden, de moeder is uit het gezag ontheven. De moeder verzoekt vervallenverklaring van de schriftelijke aanwijzing, omdat zij de duur en frequentie niet passend vindt. De moeder verzoekt de kinderechter de bezoekregeling vast te stellen op eens in de drie weken 2,5 uur omgang bij de moeder thuis. De kinderrechter is het met de moeder eens dat de schriftelijke aanwijzing onvoldoende onderbouwd is. Daarnaast is er geen perspectief op een uitgebreidere bezoekregeling. De kinderrechter draagt de GI, moeder en pleegouders op om samen tot een plan te komen waarin stappen worden onderscheiden die nodig zijn voor uitbreiding van de bezoekregeling. De kinderrechter verklaart de schriftelijke aanwijzing vervallen en bepaalt een voorlopige bezoekregeling.).  

 

Een SA moet passen bij het Plan van Aanpak (PvA) en de ouders moeten niet of niet voldoende meewerken aan dat plan. Dan pas heeft de GI het recht een SA te geven.

 

Stel dat allebei de ouders het gezag hebben, een kind bij een van de ouders woont (hoofdverblijf), er wel een ondertoezichtstelling is, maar geen uithuisplaatsing.

De Hoge Raad heeft in 2014 geoordeeld dat de GI dan mocht doen alsof er sprake was van een uhp en de ouder bij wie het kind niet woonde een SA geven over contact met het kind (googelt u HR:2014:1019 . https://www.recht.nl/rechtspraak/uitspraak/?ecli=ECLI:NL:HR:2014:1019 . Oud jeugdrecht. Omvat aanwijzingsbevoegdheid ex art. 1:258 lid 1 BW ook de bevoegdheid om ouder bij wie het kind niet verblijft te beperken in contact met het kind? Art. 807 Rv. In verband met ruimere rechtsbescherming exclusieve toepasselijkheid art. 1:263a BW (ondanks formulering van die bepaling) indien minderjarige zijn hoofdverblijf heeft bij de ene ouder en contact beperkende aanwijzing wordt gegeven met betrekking tot andere, eveneens met gezag belaste ouder.).

Maar 2014 is voor 2015, het jaar van de grote veranderingen, de transitie. - In 2016 heeft de kinderrechter Rotterdam geoordeeld (RBROT:2016:8065; https://www.recht.nl/rechtspraak/uitspraak/?ecli=ECLI:NL:RBROT:2016:8065 . Schriftelijke aanwijzing vervallen verklaard. Een schriftelijke aanwijzing kan niet worden gebaseerd op art. 1:265f BW. Artikel 1:263 BW biedt niet de mogelijkheid een omgangsregeling met de andere ouder vast te leggen in een schriftelijke aanwijzing als het kind woont bij de met het gezag belaste ouder. zie ook ECLI:NL:RBROT:2016:8063) dat art. 1:265f BW alleen op een uhp kan slaan omdat er inmiddels een art. 1:265g BW bijgekomen is, dat regelt dat een GI zonder uhp aan de kinderrechter kan verzoeken een regeling vast te stellen voor o.a. omgang. Dus: f voor uhp, g voor alleen ots, maar dan via de kinderrechter. Dus kijk of de GI het juiste artikel bij de juiste SA heeft genoemd!

 

Waaraan toetst de rechter?

In de eerste plaats beoordeelt de rechter of de SA voldoet aan de eisen die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) stelt aan besluiten in de hoofdstukken 1––4 en 10. Dus: is de SA volgens de regels tot stand gekomen?

 

Er moet een Plan van Aanpak liggen en het moet CONCREET duidelijk zijn wat de SA te maken heeft met dit plan. {Vraag dus voortvarend en tijdig door naar de regels van de Awb, wat concreet de bedreiging was, wat concreet gedaan moet worden om de Ots (BW1:255) te doen oplossen, wat de ouders daarvoor aan steun en hulp krijgen (BW1:262), hoe gemeten wordt naast de noodzaak van een nulmeting, en waar de grenzen liggen van bereiken, en houdt de termijnen in de gaten naast Awb3:46 en de BvBB}.

 

Ook moeten de ouders de gelegenheid hebben gehad hun bezwaar tegen de SA die de GI van plan was  (het concept) te bespreken met de GI.

In de uiteindelijke SA móét duidelijk worden op welke wijze de GI rekening heeft gehouden met het bezwaar van de ouders.

 

De rechter beoordeelt of de SA niet in strijd is met wet-  en regelgeving, en of de SA niet bovenmatig ingrijpt in het familie- en gezinsleven. {Natuurlijk hebben ouders wetenschap van bijv. Ursula Gresser ingebracht}.

De rechter houdt bovendien rekening met inmiddels gewijzigde omstandigheden. {Ouders hebben die aangegeven met bewijs}.

 

In de nieuwsbrief van najaar 2014 heeft mr.ir. P.J.A. Prinsen geschreven over de SA. Het is nu ná 2015, maar we herhalen wat mr Prinsen schreef:  Primair moet de SA dus gebaseerd zijn op het niet instemmen met of het niet meewerken aan het hulpverleningsplan (HVP, wat tegenwoordig het PvA is).

Reeds bij het opstellen van het HVP moeten ouders er op toezien dat het plan concreet, zonder vaagheden, vorm krijgt. Is dat voldoende concreet, dan wordt bij een eventuele latere SA duidelijk wat er in concreto toegelaten is als inhoud van een SA.

 

Uitgebreider hier!      Zie ook onder!

 

Ouders schrijven in elke brief (naar het bestuur vooral) ook deze bekende alinea:

Wij verzoeken dit vanwege de helderheid, oplossend vermogen en onze plicht naar BW1:247 om de zorg voor het kind te optimaliseren naar het niveau van kinderrechtenartikel 24 lid 1 IVRK, [en na een jaar (of enige jaren) eveneens artikel 25].  

Zo nodig ook:

Diagnostisch onderzoek met testmiddelen en interactieonderzoek waarop ouders goed voorgelicht worden, geeft meer inzicht het bedoelen van de OTS op te lossen naar het bedoelen van de wetgever, de representatie en veiligheid van de ouders naar het kind te doen verbeteren."                                    Onder staat meer...

Vragen:

 

1e situatie: Bij OTS, ik krijg een SA omdat [andere] ouder {of ikzelf} met gezag niet in gesprek gaat met gezinsvoogdij omdat niet duidelijk is wat gespreksdoeleinde zijn.... Bij navraag komt er ook geen antwoord. {Dus de ouder heeft de Awb genegeerd of/en de G.I. hoopt op gebrek aan wetkennis bij die ouder opdat die dit niet snel goedmaakt en actief wordt}. Mag deze SA?!?!?

2e situatie: Er is OTS maar nog geen Plan van Aanpak, wel al is een vooraankondiging ontvangen voor mogelijke schriftelijke aanwijzing i.v.m. ‘geen gesprek over omgang’. Begrijp ik het dan goed dat dan een SA niet mag???

 

3e situatie: Er is OTS+UHP.  De gezinsvoogdij verbiedt de ouder 'het te veel schrijven' om CONCRETIE te verkrijgen wat naar BW1:262 lid 1 aan hulp en voorlichting wordt verstrekt om lid 3 te dienen. Naderhand zegt de gezinsvoogd dat de ouder tegenwerk omdat die blijft aandringen, en dat die zich niet houd aan de Aanwijzing. Is er wel sprake van een SA???

 

Antwoorden:

 

  1. Bij uitleg dat ouder(s) pedagogisch moet(en) worden bijgelegd en ouders geen kwalitatieve alternatief verzorgt, zou het kunnen: ter verzorging en opvoeding. Het gaat om het kind, maar dat moet wel eerst met inhoudelijke voorlichting gewoon zijn verstrekt. Zorg dus dat alles zwart op wit komt, door bijv. zelf een verslag te schrijven en deze volgens de Awb voor te leggen ter accordering van juist verslaan.
  2. PvA is noodzakelijk. Er moet ergens op gebaseerd worden, en wel liefst in overleg en met inhoudelijke en volgbare uitleg.
  3. Een SA moet duidelijk vermelden dat het om een SA gaat en juridisch behoort er onderaan bij te staan hoe daarop in beroep te kunnen gaan; ouders hoeven eigenlijk niet te gokken of het om een SA gaat, al is dat wel verstandig!! Zeg niets terug maar meldt dat de G.I. een reactie krijgt.  Er moet dus voluit Schriftelijke Aanwijzing vermeld zijn, zwart op wit.

In elk uwer schrijvens zet ge telkens de bekende alinea (onderaan die site staat het weer):

"Dit verzoek ik/verzoeken wij in het kader van transparantie, navolgbaarheid en mijn/onze verantwoordelijkheid als ouder[s] ter optimalisatie van het hulptraject t.b.v. het kind naar mijn/onze plicht in BW1:247 op het niveau van kinderrecht* IVRK artikel 24 lid 1."

Ge schreef uiteraard áán het Bestuur en in cc naar de gezinsvoogd(en).  Dus ge schrijft dat u zich gekwetst voelt dat de gezinsvoogd het kinderrecht en uw wettelijke plicht negeert, de transparantie geweld aandoet, niet inhoudelijk en volgbaar reageert op schriftelijke verzoekschriften (Awb), en daarentegen u beschuldigt ‘tegen te werken’ waar ge aan inhoudelijkheid en optimalisatie wenst te werken en vervolgens de gezinsvoogd daar geen of niet voortvarend inhoud aan geeft, wat wel de wetgever met BW1:255 voor ogen stond. En u herhaalt uw verzoek.

BW1:262 lid 3 is van belang, als taak van de G.I. gezien Jw4.1.1,  net zo  als in BW1:247  lid 3 uitdrukkelijk staat.  Het kindbelang staat los van ouderlijke egocèntrische gevoelens, waarbij die gevoelens wèl met consequentie voor ouderlijke uitstraling, representatie, zorgt, en dus met pedagogie te maken heeft. Het kind ondergaat ook onuitgesproken signalen!

Vraag dus zwart op wit door t.a.v. CONCRETIE van wat aan verbetering van 'bedreiging' uit BW1:255 nodig is (en waar ouders dus recht op hebben in BW1:262 lid 1).  

 

Bij omgang is het kind met ontvankelijkheid en psychische ontwìkkeling, ook in relatievorming en communicatievarianten, van groot belang. Weinig jeugdbeschermingszaken 'beschermen' deze “ernstige bedreiging” uit de wettekst van BW1:255 en daar moeten ouders (BW1:247) voortvarend het nodige aan doen: https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/omgangsrecht-juridisch/ . Zwart op wit, officieel. Dus zelf evt. naar de rechter als de Awb (en de BvBB) niet gevolgd wordt.

De familierechter is hierbij van toepassing op basis van de precedent LJN BD1113, zoals genoemd.

 

De reeks artikelen na https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/gevolgen-voor-het-kind/ geeft ook een beeld wat bij dat extra psychische rugzakje dat het kind na scheiding te torsen heeft komt kijken.  Daar is zuivere, niet oordelende doch constaterende zelfreflectie voor nodig, dus een zekere mentale volwassenheid. Dit ten dienste van het geliefde kind.

 

 Ook bij wegplaatsen is het aandachtspunt van goede familiale contacten van belang voor het oplossen van de in wet genoemde bedreiging.  Het kind groeit op en komt eens in de identiteitsfase en gaat het dossier ontdekken {en daar houden werknemers zelden degelijk rekening mee, en gaan liever af op Weteringssuggesties).

 

Wees creatief en denk door met het ontvankelijke kind met twee ouders centraal.

Maak spiekbriefjes en houd een map bij! OTS is een reeks rechtszaken!

*:

 


"De kinderrechter volgt de moeder in haar standpunt dat de aanwijzing onzorgvuldig en in strijd met de Awb is voorbereid dan wel dat de wijze van voorbereiding van de aanwijzing anderszins in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.":

Schriftelijke aanwijzing (S.A.) vervallen :

LET OP‼️         Tip van een advocaat:       

 

" Het geven van een aanwijzing is een vrij ingrijpende beslissing waartoe pas dient te worden overgegaan als de gewenste medewerking van de ouder (s) niet door overleg en overreding kan worden bereikt. De aanwijzing moet in elk geval het doel van de ondertoezichtstelling dienen en mag niet in strijd komen met het recht. Daarvoor dient aldus beoordeeld te worden of het besluit van de G.I. zorgvuldig is voorbereid en deugdelijk is gemotiveerd. Dit betreft een ex-nunc-beoordeling waarbij de rechter rekening kan houden met gewijzigde omstandigheden.

De kinderrechter volgt de moeder in haar standpunt dat de aanwijzing onzorgvuldig en in strijd met de Awb is voorbereid dan wel dat de wijze van voorbereiding van de aanwijzing anderszins in strijd is met de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur. (BvBB). Voor een zorgvuldige voorbereiding is vereist dat de G.I. eerst contact met de ouders heeft om te bezien of zij het al dan niet eens zijn met de omgangsregeling die de G.I. voor ogen heeft. {Ouders werken daarom voortvarend vanaf het begin, met onderbouwing, middels de Awb, officieel, schriftelijk, naar bestuur}. Als de ouders het daar niet me eens zijn, dan moet de G.I. eerst proberen om de ouders door overleg en overreding het eens te laten worden met de omgangsregeling {BW1:262}. Wanneer dat ook niet lukt, kan de G.I. een vooraankondiging voor een schriftelijke aanwijzing doen, waarna de ouders in de gelegenheid moeten worden gesteld om hun zienswijze te geven.

Het is de kinderrechter echter niet gebleken dat de G.I. de moeder heeft proberen te overtuigen en te overreden {of voorlichten; BW1:262 en doel van BW1:255}. Daarbij komt dat de moeder niet door middel van een vooraankondiging op de hoogte is gesteld van het voornemen van de G.I. om een schriftelijke aanwijzing te geven. {Let op: een S.A. kan ook gegeven worden zonder dat dit vermeld is, met een beperking voor het kind o0f ouder, dus let er op en ken de wet om tijdig naar de rechter te stappen!}

Voorts is uit de stukken noch ter zitting gebleken dat de G.I. aan de moeder gelegenheid heeft geboden om haar zienswijze met betrekking tot de schriftelijke aanwijzing naar voren te brengen. Vanwege onder meer deze gebreken die aan het besluit kleven, is de kinderrechter van oordeel dat de G.I. het besluit heeft genomen zonder een zorgvuldige voorbereiding en belangenafweging.

De kinderrechter zal gelet op het vorenstaande de aanwijzing geheel vervallen verklaren.

TIP!!!:

Stappen die de G.I. zou moeten zetten alvorens over te gaan tot het geven van een aanwijzing:

{0. Goed voorlichten en uitleggen hoe iets werkt in de psyche van het kind conform BW1:262; daarop of daartoe werken ouders met de Awb};

1. contact opnemen met ouders om te bezien of ouders het wel of niet eens zijn met het besluit.
2. wanneer ouders het [schriftelijk] niet eens zijn dan moet de G.I. eerst proberen om ouders door overleg en overreding het eens te laten worden.:
3. wanneer dit ook niet lukt dan kan de G.I. een vooraankondiging versturen waar ouders hun mening/zienswijze kenbaar kunnen maken.
4. daarna kan de G.I. een aanwijzing geven.

||

Wanneer u als ouder zelf een aanwijzing laat toetsen zonder een advocaat dan kun u het bovenstaande tekst gebruiken in uw verzoek naar de rechtbank. {Lever wel in productie bij uw verzoek aan de kinderrechter bewijs dat u maakte middels de Awb en wetenschap}.

(Tips geven geen garanties in zaken. Elke zaak is anders.)

#samensterk



Overzicht van de site:

 

Een belangrijke brief aan alle B&W’s (gemeenten): https://jeugdbescherming.jimdo.com/ maar ook https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/briefaangemeenten/ ;

 

Belangrijke stukken zijn te vinden via https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/ ;

 

Aanvullende stukken op https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/ ;

 

Rond wetten en precedenten: https://jeugdbescherming.jimdo.com/wetten-en-regelgeving/ ;

 

Rond wat weg van ouders doet in de psyche: https://jeugdbescherming.jimdo.com/adoptie-en-pleegzorg/ ;

 

En vanaf  https://jeugdbescherming.jimdo.com/adoptie-en-pleegzorg/relativeer-en-onderzoek/ analytische stukken over de dubieuze jeugdbescherming.

 

Meer hoofdstukken in de kantlijn.

 

Zie ook: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdzorg .

  Let op, in de kantlijn of onder het streepjessymbool, staan sub-hoofdstukken!