Wetten voor ouders op bijna-kindniveau:

 

Wetten in kindertaal hoeft niet voor volwassen ouders, want die willen zich ontwikkelen voor hun kind, dus doen ze wat moeite. We zetten wel de wetten erbij zoals BW1:247 is artikel 247 uit BW1, Burgerlijk Wetboek 1. Artikelen kunnen onderverdeeld zijn in lid 1 en 2 enz., en een lid kan weer onderverdeeld zijn is sub-onderdelen.   Zo kent BW1:247 in lid 1 ook twee sub-onderdelen.

Heel belangrijk is onderaan te lezen over Rv149 dat voor uw verweer tegen jeugdbescherming van groots belang is!

 

Tussen (haakjes staat ook een aanvulling om op te letten).

 

Voor de tekst kan men op https://jeugdbescherming.jimdofree.com/wetten-en-regelgeving/bw-awb-rv-regels/ of op  wetten.nl  kijken.

 

Zo beginnen we bij het begin, de taak van ouders:

 

- De ouders met gezag hebben de plicht en de verantwoordelijkheid het kind te verzorgen en op te voeden (BW1:247 lid 1). Onder ‘verzorgen en opvoeden’ wordt verstaan de verantwoordelijkheid nemen dat het kind lichamelijk en psychisch zich wel vindt en zich optimaal kan ontwikkelen tot zelfstandigheid later (BW1:247 lid 2 eerste volzin). (Dit artikel geeft ouders legaal het recht verzoeken te doen ten gunste van het kinderrecht, IVRK artikel 24 lid 1 bijvoorbeeld, waar de jeugdbescherming de neiging heeft die verzoekende ouders te beschuldigen dat ze tegenwerken, maar het is tegenwerking waar legaal handelen legaal en goed is).

 

- Ouders moeten zorgen dat dat er geen geweld gebruikt wordt als levensvoorbeeld, niet slaan of schelden; en evenmin mag vernedering toegepast worden (zoals o.a. ‘jeugdzorg’ en zeker ‘jeugdbescherming’ vaak vernederend werkt in de hechting en het loyaliteitsgevoel van een kind, en daar is in de wetenschap veel over te lezen) (BW1:247 lid 2 tweede volzin). In artikel BW1:248 staat dat ook voogden – niet te verwarren met gezinsvoogden – zich hieraan moeten houden.

 

- De ouders moeten als ouders-van-het-kind met elkaar kunnen en blijven praten, waarbij ze voldoen aan directe en indirecte zorg en houden de kind-ouder-contacten in stand (dus een ouder vernederen is geen zorg omdat de aangeslagen ouder dan geen juiste uitstraling naar het kind kan geven (BW1:247 lid 3). (Dus zorgen ouders tijdig voor de kennis  die bijvoorbeeld Villa Pinedo  kan geven met tips ten gunste van de opgroeiende).

 

- Na scheiding van ouders behoudt het kind een gelijkwaardige opvoeding bij elk der ouders naar flexibele mogelijkheden; en houden dus met alle mogelijkheden rekening (BW1:247 lid 4 en 5).

 

Op  https://wetten.overheid.nl/BWBR0002656/2021-01-01#Boek1_Titeldeel14_Afdeling1_Artikel245  en verder

kan men nog aanvullingen en uitzonderingen vinden van BW1.

 

Ouders dienen voor het bewaken van de verzorging meer wetten te kennen:

 

- De kinderrechter kan een ondertoezichtstelling (OTS) uitspreken over een kind (en straks over het gezin; zie GIRFEC), wanneer de ontwikkeling van het kind [ernstig]  wordt bedreigd, èn de ouders geen hoogwaardige hulp accepteren (dus zeg nooit neen doch zorg voor echte gezondheidszorg, en wel op tijd!), èn de ouders signalen afgeven dat de jeugdzorg kan verwachten dat ze na enige tijd weer zullen kunnen opvoeden (BW1:255 lid 1). (De uitspraak kan in beginsel voor een kwartaal of een jaar zijn, maar kan vaak worden verlengd).

 

- (De ouders letten er op dat) de rechter in de uitspraak moet vermelden aan welke duidelijke, concrete bedreigingen van de ontwikkeling van het kind voortvarend moet worden gewerkt door de G.I., de gecertificeerde instelling (BW1:255 lid 4). (De rechter kan ook zonder dat andere kinderen zijn genoemd hen ondertoezichtstellen).

 

- Ook waar een ouder geen gezag heeft moet de verzorgende ouder die ouder informatie verstrekken, tenzij de rechter dat op schrift verboden heeft, en zo moet ook school en arts die gezagloze ouder informeren (BW1:377c).

 

(Ouders kunnen met de Awb [onderbouwde] verzoeken doen, en vermelden deze bekende alinea immer in hun brieven:Wij verzoeken dit vanwege het doorzichtig en transparant werken tot optimaal oplossen van 'zorgen'  en naar onze plicht naar BW1:247 om de zorg voor het kind te optimaliseren naar het niveau van internationaal kinderrechtenartikel 24 lid 1 IVRK. [En na een jaar (of enige jaren) eveneens artikel 25]."

= U snapt, ouders, dat u zo weerwoord kunt geven dat de beschuldiging van 'tegenwerken' niet kan kloppen omdat u de wet kenbaar uitvoert.  Begrijp elk woord!  Jeugdzorg is geen gezondheidszorg, waar er echt kan worden gediagnosticeerd als meting in 'onderzoek').

 

De OTS kan ook met een fax met spoed worden aangevraagd door de RvdK , een ‘voorlopige OTS’ (en vaak ook een spoed-UHP).

– De voorlopige OTS kan enkel aangevraagd worden bij direct ernstig gevaar (Rv800 lid 3). (De G.I. zal doen alsof er direct gevaar is, dit beweren zonder bewijs; en de zitting vindt daarna binnen twee weken plaats, waar ouders reeds veel schriftelijk bewijs voor hebben verzameld als het goed is).

 

- De mondelinge rechtszaak vindt gesloten plaats om de privacy te beschermen (Rv803 lid 1).

 

- De rechter kan op verzoek van de ouders (waarvoor de privacy bedoeld is) de beslotenheid [deels] opheffen, om zo een belangrijke deskundige en/of vertrouwenspersoon mee te laten komen (Rv803 lid 3); (de jeugdbescherming zal dit niet willen toestaan omdat hun kindobject hen zal kunnen ontglippen, waarop ze subsidie zouden kunnen innen, dis wees voorbereid, anticipeer, heb uw argument klaar!).

 

- In het verzoekschrift tot OTS moet de naam of namen van de kind(eren) en de waarschijnlijke woonplaats staan, moeten bewijsstukken toegevoegd worden (Rv799), en moeten de bedreigingen concreet genoemd worden en moet vermeld zijn of dit met de opgroeiende is besproken, met diens reactie (liefst op schrift) (Rv799a). (Men mag in hoger beroep gaan binnen een kwartaal.

 

- De jongere mag de rechter spreken (of schrijven) (Rv809). (Een kind valt ook onder het recht in EVRM6, en mag dus een advocaat nemen).

 

- Voor de OTS of beëindiging van gezag kan de rechter op verzoek van de ouders een specialist (geef adres en hoge beroepsregistratie en specialisaties op) benoemen waar ouders kunnen beargumenteren dat dit nodig is (Rv810a lid 2).

 

Onder de G.I. dienen ouders de verdere wetgeving te kennen!:

 

- De G.I. let op de regie over de kinderen en laat hulp en steun (en voorlichting waar ouders dat vragen met de Awb) verstrekken. De G.I. moet inspanning doen dat de ouders zoveel mogelijk zelf de verzorging en opvoeding kunnen blijven doen (BW1:262 lid 1).

- De G.I. bevordert de gezinsband (BW1:262 lid 2, en denk aan Jw3.2 lid 2 en IVRK24 lid 1).

 

Het prevalerend internationaal kinderrechtenverdrag meldt in artikel 24 lid 1 dat het kind recht heeft op de hoogst mogelijke mate van gezondheid en daarbij horende gezondheidszorg met diagnose, tips, voorlichting en therapeutische begeleiding. (IVRK24 lid 1 eerste volzin).

 

- De Nederlandse overheid waarborgt dat deze gezondheidszorg niet bezwaard wordt zodat de toegang tot deze gezondheidszorg het kind niet wordt onthouden (IVRK24 lid 1 tweede volzin; wachtlijsten en beperkte financiën mogen geen argument zijn om geen passende gezondheidszorg te geven).

 

De G.I. kan een ‘schriftelijke aanwijzing’ geven waaraan ouders moeten voldoen, tenzij ze actief kennis hebben:

 

- Ook als het niet wordt benoemd in de aanwijzing moeten ouders de verzorgings- en opvoedings-tips opvolgen, kan de G.I. het kind-oudercontact beperken, en de zorgverdeling tussen ouders veranderen, en de G.I. kan ouders dwingen met dwangmiddelen zoals een dwangsom (BW1:263, resp. 1:265f, 1:265g),

 

- maar de ouders of de jongeren mogen binnen 14 dagen naar de rechter stappen om de S.A. te doen laten vervallen, en ze zorgen voor een copie van de S.A., of de uitgeschreven mondelinge aanwijzing (al is die niet direct rechtsgeldig) (BW1:264). (De rechter kan de S.A. toch toekennen waar ouders geen motivatie met steekhoudende argumenten kunnen geven).

 

- De G.I. kan de S.A. wegens gewijzigde omstandigheden deels of helemaal intrekken, vaak nadat ouders een verzoek daartoe (met de Awb) doen (BW1:265), en dan geldt ook BW1:264 weer even. (De G.I. kan blijven zwijgen op een verzoek, en dan geldt de Awb verder: https://jeugdbescherming.jimdofree.com/wetten-en-regelgeving/bw-awb-rv-regels/awb-in-zicht/).

 

De rechter kan op verzoek het kind wegplaatsen, uithuisplaatsen (BW1:265a, UHP);

 

- Indien de G.I. verwacht of denkt dat uithuisplaatsen goed is, de rechter een verzoek doen tot UHP. Soms kan ook Burgemeester & Wethouders (‘college’) betrokken worden bij het verzoek tot UHP (BW1:265b). (Ook hier kunnen de ouders of jongere de G.I. verzoeken (met de Awb) de UHP te stoppen, waar de G.I. binnen twee weken moet antwoorden. Doet de G.I. niets dan volgt de recht van de Awb).

 

De G.I. of RvdK kan ook de rechter verzoeken het gezag van de ouder(s) af te nemen, te beëindigen:

 

- Er kan tot beëindiging van gezag overgegaan worden wanneer de ouders niet de verantwoordelijkheid lijken te aanvaarden van de verzorging en opvoeding (zie BW1:247), of een ouder het gezag misbruikt (en denk aan omgangssabotage) (BW1:266). (Ouders moeten dus jaren voor dit reeds aan bewijs-maken hebben gewerkt, en daar helpt de AVG en de Awb bij; ze kunnen een kennis vragen mee te denken en lezen).

 

Men kan in de praktijk niet verwachten dat de jeugdbeschermingsketen zich wat aantrekt van de wet op de burgerlijke Rechtsvordering in artikel 21:

- Rv21: De juridische partijen verplichten de voor de rechterlijke beslissing van belang zijnde feiten, bewijzen, vòlledig en naar waarheid te verstrekken. (Denk vooral aan het woordje volledig, omdat wat de jeugdbescherming aanvoert niet volledig is  waar uw bewijs ontbreekt. En ge kent tijdig het McMichaelarrest!).

 

Verdere tips en kennis:

 

Gebruik om de rechter een juiste richting op te sturen in diens beslissing passende precedenten, zoals heel wat te vinden zijn op  https://jeugdbescherming.jimdofree.com/wetten-en-regelgeving/goede-precedente-uitspraken/ .

 

Ook stukken van de site met o.a. https://kinderbescherming.jimdofree.com/brieven/brief-aan-tweede-kamer-2011/aan-rechters-wetenschap-meewegen/ en o.a. https://vechtscheidingen.jimdofree.com/wetenschap/richtlijnonzin/ kunnen als productie (bijlagen bij uw verweerschrift en pleitnota  helpen de rechter een richting te geven. Zo kunt ge ook denken aan https://kinderbescherming.jimdofree.com/informatie/onderzoekshi%C3%ABrarchie-voor-rechters/ .

 

Een overzicht van wetten en arresten staat op https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/overzicht-wetten-knelpunt, waar meer staat op die site.

 

Denk er aan dat bij alles een vertrouwenspersoon  kan ondersteunen en uw emoties kunt beheersen, want die horen niet thuis in jeugdzorgland.

 

(Ouders, begrijp door te lezen hoe de jeugdbeschermingsketen werkt en anticipeer daarop).

 

Kijk op SOSjeugdzorg.nl (mèt menu).

 

Welke wetten wilt ge nog meer kennen?   Het kan op www.wetten.nl (Kunt u dat onthouden?).


 Het artikel op

http://www.wetboek-online.nl/wet/Rv/149.html

is voor een rechtszaak belangrijk  preventief te begrijpen::

 

Rv149: lid

1. Tenzij uit de wet anders voortvloeit, mag de rechter slèchts díé 'feiten' of rechten aan zijn beslissing ten grondslag leggen, die ìn het geding aan hem tèr kènnis zijn gekómen of zijn gesteld en die overeenkomstig de voorschriften van deze afdeling [in Rv] zijn komen vast te staan. 'Feiten' of rechten die door de ene partij {dus de jeugdbescherming} zijn gesteld en door de wederpartij {dus de ouders} niet of niet-voldoende zijn betwist, móét de rèchter als vàststaand beschouwen, behóúdens zijn bevoegdheid bewijs te verlangen {LJN BD1113}, zo vaak aanvaarding van de stellingen zou leiden tot een rechtsgevolg dat niet ter vrije bepaling van partijen staat.

2. Feiten of omstandigheden van algemene bekendheid, alsmede algemene ervaringsregels mogen door de rechter aan zijn beslissing ten grondslag worden gelegd, ongeacht of zij zijn gesteld, en behoeven geen bewijs.

 

— Dus:          

De rechter mag zich beperken tot het beschreven geschil (in de jeugdbeschermingsrapportage) tussen jeugdbescherming en ouders, INDIEN ouders zich beperken tot defensief verweer! Dan zal de rechter níét kijken naar of de ouders vooraf niet zijn voorgelicht ter voorkoming van een beschermingsmaatregel! Dan zullen  ouders in hun beperking van 'defensief zijn' genegeerd worden!

Indien ouders niet vragen om Rv810a lid 2 mèt een adres van hùn specialist (in de gezondheidszorg uiteraard) zal de rechter dat níét toekennen, want met defensief verweer geeft ge geen nieuwe stukken. Dan blijft het ingeperkte en beschuldigende verzoek om een maatregel op de reden van de jeugdbescherming om als rechter zich op te baseren.

 

Ouders móéten dus leren NIET defensief te verweren,  DOCH áánvulling te geven op de door jeugdbescherming gestelde 'zorgen' om dat hoogwaardiger te meten én om degelijke brede voorlichting ter voorkoming van een beschermingsmaatregel én van de door jeugdbescherming bedachte 'bedreiging' die in lid 1 BW1:255 is gesteld, en ouders zorgen dán voor bewijs dat ze niet in sub a van dat lid 1 BW1:255 vallen doch hier gekwalificeerde zorg accepteren.  Op deze site staat genoeg, ook aan links, om te copiëren als uw producties bij uw verweer of verzoek (want u mag zelf ook naar de rechter stappen!, ook voor een kort geding of hoger beroep! Handig dat u reeds een rechtsbijstandverzekering hebt lopen met een goede module gezondheidszorg dat de jeugdzorg uw gezin onthoudt!).

 

Ouders zijn vaak nog onnozel en zeggen domweg "dat er geen zorgen zijn". Er zijn àltijd zorgen, want waar kinderen over de weg bijvoorbeeld naar school gaan, lopen zij risico, en risico's zijn de werkgelegenheid$punten waarop jeugdbescherming hun inkom$ten genereert.

 

Dús:: gééf de rechter — vóóraf (PREVENTIEF) aan OTS — reeds áánvulling op het door de jeugdzorg gestelde geschil uit lid 1 Rv149 met de vraag te laten diagnosticeren én te laten voorlichten in de gezòndheidszorg ter voorkoming én (secundair) ter oplossing van een (vermoedelijk onverwerkte) bedreiging of traumatische ervaring.

 

(Immers traumatische ervaringen, ACE's,  zoals uw beladen uitstraling of ruzie, kan verwerkt worden, waar u daarin geïnteresseerd bent  dit te onderkennen! Dat kan met leuke cursussen, ten gùnste van de opgroeiende).

Ouders die niet fatalistisch zijn ingesteld, kennen Rv810a lid 2  en weten waarom ze precedenten zoals deze moeten gebruiken om de rechter die richting op te duwen! Wees geïnteresseerd ten gunste van uw kind indien dat kind dat waard is!→

Dit geldt ook bij verlengingen!!!

 

Omdat rechters met de wet meten, dienen OUDERS vanuit hun plicht in BW1:247 enige wetsartikelen te kennen, en de eerste aanzet om die te kennen staat op https://jeugdbescherming.jimdofree.com/ met meer en de subhoofdstukken {Kijk verder dan uw neus lang is}.

 

Fatalisme is niet nodig wanneer ouders hun huiswerk ten gunste van hun ontvankelijk kind maken, geïnteresseerd in de beste weg waar jeugdzorg helaas bestaat in Nederland als bedreiging, want ge weet of kon lezen als ouder:  dit  en  dat  enz..

←→

OOK:    Rv art. 24:

De rechter onderzoekt en beslist de zaak op de gròndslag van hetgeen partijen {dus de jeugdbescherming èn de OUDERS} aan hun vordering, verzoek of verweer {CONCREET EN BEWIJSBAAR} ten gronde hebben gelegd, tenzij uit de wet anders voortvloeit. {En voor dit laatste moet ge de wet verder kennen!}.

 

Dus ouders: VUL AAN! VERWEER NÍÉT ALLEEN, DOCH VÙL ÁÁN MET VÒRDERING, MÉT BEWIJS. En dat kan, want op bekende sites staan uw argumenten die ge kunt copiëren en als productie bijleveren!}!